‘De Beperking’: Succes.
Bittere beperking mogen wij niet blijvend opleggen.
Boven het triplet ‘Het Meer’ is het triplet ‘Het Water’:
het beeld van ‘De Beperking’.
Zo schept de eenling getal en maat,
en onderzoekt hij wat goedheid en een correcte levenswandel is.
‘Het Meer’ heeft een beperkte ruimte. Als er meer water naar binnen komt, loopt het over. Daarom kunnen wij de watertoevloed beperken. Dit tijdsveld toont ons water binnen en water buiten, met het firmament ertussenin als afgrenzing. Tussen HetENE -als ZIJN- en HetENE -als BEWUST-ZIJN- verschijnt er door symmetriebreking het afgebakende en beperkte ERZIJN, als schijngestalten en fenomenen. Het gaat om vaste geledingen, indelingen, afbakeningen en maatgevende zaken, zoals een vaas waar zich ruimte in bevindt. De ruimte in de vaas is niet een andere ruimte dan die daarbuiten. Toch is net de figuur van de vaas de afbakening, de verschijnende vorm (in de lege ruimte). In het dagelijkse leven in-de-wereld betekent het ook de spaarzaamheid, die vaste grenzen aan de uitgaven oplegt. In het individuele leven zijn het de vaste grenzen, die de eenling zichzelf oplegt in zijn vormverschijning en gedrag; de grenzen van zorg, trouw, belangeloosheid en ethiek. De vrijheid van de eenling gaat hier slechts zover, dat zij de vrijheid van anderen niet in de weg staat. De Tijdsgeest doet ons hier denken aan de woorden van Shankara: ‘Ware kennis is de kennis van het feit dat Brahman en Atman identiek zijn. Het Zelf (HetENE) blijft de eeuwige getuige, onberoerd en onaangedaan door al wat vanuit het denken tevoorschijn komt. Het Zelf (HetENE) neemt alles waar, maar kan zelf niet worden waargenomen. Het Zelf (HetENE) verlicht de hele geest, maar wordt zelf niet verlicht. Zo is het Zelf (HetENE). Het Zelf (hetENE) wordt niet geboren, noch sterft het. Het Zelf (HetENE) groeit niet en wordt ook niet kleiner. Onveranderlijk is HET, eeuwig vol-ledig. Als het lichaam tot ontbinding overgaat, blijft het Zelf (hetENE) er geheel en al buiten, zoals de ruimte in een pot niet wordt aangetast als de pot aan diggelen valt.’
De dingen kunnen niet los van elkaar gezien worden, vandaar dat het volgende tijdsveld ‘De Beperking’ is. ‘De Beperking’ betekent vasthouden, bij-één-houden, vormgeven en verschijnen. Er zijn in dit tijdsveld drie sterke lagen en drie zwakke lagen, die bovendien symmetrisch zijn verdeeld: 2+2+1+1. Daardoor staan de lichtende lagen op de beide centrale plaatsen, de tweede en de vijfde. De afzondering en indeling in perioden, ‘De Beperking’ is dus ook het middel tot het indelen van de tijd. ‘De Beperking’, als rationele verdeling van productie en consumptie, is een belangrijk onderdeel van een goed beleid van een goede regering.