Bij de oplossing richten wij ons naar onze houvast.
Spijt verdwijnt.
Als wij in onszelf het begin van de vervreemding van anderen, de afschuw voor mensen en de ontstemming opmerken, dan kunnen wij proberen die verstarring op te lossen. Wij kunnen ons innerlijk opwekken en vlug grijpen naar wat ons houvast in het leven geeft. Een dergelijke steun is nooit in haat te vinden, maar altijd in een milde en objectieve, met tolerantie gepaarde beoordeling van de mensen en hun motieven. Als wij deze vrije blik op de mensheid terugkrijgen, en alle zwartgallige wrevel uit ons hart bannen, verdwijnt elke aanleiding tot het hebben van spijt. In analogie met ‘de hartsoetra’ van het boeddhisme kunnen wij dus stellen dat eenlingen zich altijd kunnen wenden tot de wijsheid van de diepzinnige leegte van alle verschijnselen: gaan, gegaan, voorbijgegaan. En zelfs nog verder dan dat, voorbij gegaan aan bet voorbijgaan. Kijk maar, eenling, kijk altijd verder, voorbij alles wat verschijnt. Wordt wakker! Wees gelukkig! Wees eindelijk vrij van elk oordeel, elke gedachte, elk egologisch ‘ik’. Niets is, niets is niet! Meer valt er verder niet meer te zeggen. De Hartsoetra zegt dan ook: ‘Vorm is leegte, en leegte is vorm. Vorm is niets anders, dan leegte; leegte is niets anders, dan vorm. Het voelen is leeg. Het denken is leeg. De wil is leeg. Het bewustzijn is leeg. Zo zijn alle verschijnselen; leeg, zonder feitelijke kenmerken. Waarom komen deze dingen dan op? Zonder vorm, is er geen leegte; zonder leegte, is er geen vorm. Vorm is leegte, en leegte is vorm. Gevoelens, gedachten, wensen en aandacht zijn zonder ontstaan, en zonder vergaan. Ze zijn niet onzuiver, en (niet) vrij van onzuiverheden.
Ze nemen niet af, en niet toe. De lege fenomenen zijn zonder verleden, zonder toekomst en zonder aanwezigheid. Daarom is er leegte. Geen voorwerp, geen gevoel, geen gedachte, geen wil en geen aandacht. Geen ogen, oren, tong. Geen lichaam en geest. Er is geen vorm, geen geluid, geen geur, geen smaak. Er zijn geen tastbare objecten en geen verschijnselen. Er is geen onwetendheid, en ook geen opheffing van de onwetendheid;
tot en met geen ouderdom en dood; en ook geen opheffing van ouderdom en dood. Evenzo is er geen lijden, geen oorzaak van lijden, geen opheffing van lijden, en ook geen pad of weg. Er is geen transcendente waarheid, geen bereiken en geen niet-bereiken.’ Omdat er absoluut geen bereiken is, is ons ZIEN vrij van elke blindheid, angst en twijfel. Omdat eenlingen helemaal voorbijgaan aan misleiding, lijden en problemen, zien zij helder, vrij, volledig en echt.
(Resonantie bij synaps 2 – Veld 20, De Beschouwing (De Aanblik))