Tijdsveld 43 – DE DOORBRAAK (DE VASTBERADENHEID)

1 1 1  1 1 0

Binnen (links): De Hemel

Buiten (rechts): Het Meer

Decimaal stelsel (partner): 62

Het Advies

‘De Doorbraak’
Vastberaden moeten wij aan het hof van de koning,
de zaak bekend maken.
Naar waarheid moet zij worden verkondigd. Gevaar!
Dit gevaar leidt evenwel naar ‘het Licht’.
Wij moeten onze eigen stad verwittigen.
Niet Voordelig is het, om naar de wapens te grijpen.
Het is wel Veelbelovend, als wij iets zouden willen ondernemen.

duiding

Bij de verdringing van de donkere laag aan de top van dit tijdsveld (de zesde plaats) komt het erop aan, dat zoiets adequaat moet gebeuren. Het gaat hier niet om een gevecht met een onzekere afloop: wat gebeurt is ook echt onvermijdelijk. Vandaar dat een blije, rustige en kalme vastberaden ingesteldheid de juiste manier van doen is. De situatie op zichzelf is in feite Veelbelovend, vandaar dat het gebruik van wapens naar buiten toe niet nodig is. Als er in een stad (metafoor voor jouw schijnbaar afgebakende leven) echter ook maar één blinde zich in een leidende positie weet te handhaven, kan die de eenling blijven onderdrukken. Als er ook maar één egologisch hartstochtelijk verlangen zich in ons menselijk hart nestelt, kan die het rationeel verstand benevelen. Hartstocht en ratio kunnen hier niet samengaan, vandaar dat er zich op het levenstoneel een schijnbare strijd op leven en dood afspeelt. Het is een onvermijdelijk iets, omdat het eenzijdige enge het ruime goede wil overwinnen. Voor een resolute strijd van het positieve tegenover het negatieve bestaan er evenwel enkele regels, die wij in ons achterhoofd kunnen houden, indien wij ons doel willen bereiken:

  1. Vastberadenheid vindt zijn basis op een vereniging van enerzijds een krachtig in-zien en anderzijds een empathische vriendelijkheid.
  2. Een compromis met het destructieve is onmogelijk; wij moeten het op zich niet afwijzen (want het verschijnt automatisch toch), maar wij hoeven er ons niet mee te identificeren.
  3. Onze eigen hartstochten en gebreken zijn er ook, en ook al gaan wij deze niet goedpraten, hun bestaan staat in HetENE in evenwicht met hun tegendeel.
  4. De strijd mogen wij niet aangaan door zelf agressief te zijn. Als wij het destructieve en toxische zien, zal het willen vechten, en als wij zo bereidwillig zijn om ons te verlagen tot het niveau van de strijd (tand om tand, oog om oog), dan zullen wij aan het kortste eind trekken, omdat wij onszelf dan hebben verloren in datgene wat wij in feite afwijzen; oorlog, aanval, strijd, hartstocht, haat,… Vandaar dat het noodzakelijk is om bij het eigen (innerlijke) huis te beginnen: wij moeten dus op onze hoede zijn om zelf geen fouten te gaan maken. Dan worden de wapens van het destructieve onbruikbaar, wegens een gebrek aan een tegenstander. Het is zelfs zo dat wij onze eigen gebreken niet onmiddellijk moeten gaan bestrijden, want zolang wij ermee blijven worstelen, zolang blijven zij ons in feite de baas. Wij moeten ze gewoonweg (door-)zien, als iets wat hoort bij het symmetrische ENE.
  5. De beste manier om met het negatief-destructieve om te gaan, is energiek verder te gaan met het positief-constructieve; zo houden beiden elkaar in evenwicht. Er is geen andere manier. Er is geen ontkomen aan. Er valt zelfs niet echt te kiezen. Het is een ‘doen alsof’, want HetENE is en blijft -altijd en overal- HetENE. Er is geen tweede, geen andere mogelijkheid. HetENE is ook altijd het ZELFDE, voor elk verschijnsel, voor elk van ons. Ik ben het z(Z)elf! Alles wat-is, wat wordt gezien, ben ik, als het Zelf(de) ENE.
Wijsheid van handelen: De Natuurwet

‘Het Meer’ is naar ‘De Hemel’ opgestegen:
een metafoor voor ‘De Doorbraak’.
Zo schenkt de eenling rijkdom naar beneden,
zonder bij zijn daad lang stil te staan.

duiding

Als het water van het meer ten hemel is opgestegen, is er het gevaar voor een wolkbreuk. De eenling ziet hierdoor een waarschuwing en neemt tijdig bepaalde maatregelen om op tijd een mogelijke gewelddadige ineenstorting te voorkomen. Wie alleen voor zichzelf rijkdommen opstapelt, zonder aan het geheel te denken, zal zijn ineenstorting niet ontlopen. Want op al het verzamelen volgt onherroepelijk een verstrooien, dat is een natuurwet. Daarom verspreidt de eenling al tijdens het verzamelen. Op eenzelfde manier is de eenling bij de vorming van zijn karakter pro-actief en past hij op voor een zekere verstarring en koppigheid. Door een streng reflectief zelfonderzoek blijft hij open staan voor inzichten en invallen uit zowel de binnen- als buitenwereld.

De Afzonderlijke Plaatsen
Een 1 op de eerste plaats betekent wankelen:

Machtig in de voorwaarts gaande tenen.
Vertrekken wij toch, en zijn wij tegen de opdracht niet opgewassen,
dan begaan wij een fout.  

In een periode van vastberaden opmars is vooral het begin moeilijk. Wij voelen ons gemotiveerd en geïnspireerd om eraan te beginnen en erin te vliegen, maar de tegenstand is nog sterk. Vandaar dat wij in feite onze eigen kracht moeten kennen, en ons slechts zover wagen als wij er zeker van zijn dat wij een Succes kunnen behalen. Blinde vechtlust is in deze situatie fout, want net in het begin kan een onverwachte terugslag de meest catastrofale gevolgen hebben.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 28, Het Overwicht van het Grote)

Een 1 op de tweede plaats betekent waken:

Alarmroep. ’s Avonds en ’s nachts wapenen.
Vrees niets,
want wij hebben de weg van het midden (de Gulden Middenweg) gevonden.   

Pro-actief er klaar voor zijn, dat is alles. Vastberadenheid is onafscheidelijk verbonden met voorzichtigheid. Denk hierbij aan het grafschrift en levensmotto van de filosoof Baruch Spinoza: ‘caute!’ Als wij zorgzaam en bezonnen te werk gaan, hoeven wij niet te schrikken en zenuwachtig te worden. Wie constant waakzaam is zolang er nog geen gevaar dreigt, is gewapend als het gevaar dichterbij komt, en hoeven wij niet bang te zijn. We zijn voorbereid. De eenling is waakzaam voor wat nog niet te zien is, en bezorgd voor wat nog niet te horen is; vandaar dat wij ons middenin de moeilijkheden bevinden, als waren het er geen. Als een eenling zorg aan zijn karaktervorming besteedt, passen de mensen zich vanzelf aan zo iemand aan. Wint het adequate verstand, dan trekken de hartstochtelijke labiele emoties zich vanzelf terug. Zich reflectief bezinnen, rationeel een onderscheid maken tussen het verschijnsel en HetENE, en niet vergeten om zich te bewapenen: dat is de juiste weg naar de veiligheid. ‘Vertrouw op Allah, maar bind je kameel vast’ is een Arabisch gezegde.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 49, De Omwenteling (Het Ruien))

Een 1 op de derde plaats betekent wandelen:

Machtig zijn in de jukbeenderen zorgt voor ongeluk.
De eenling is vastbesloten.
Wij wandelen eenzaam en komen in de regen terecht.
Wij worden bespat en anderen morren en zeuren tegen ons.
Toch niet fout.  

De situatie waarin wij ons bevinden, is dubbelzinnig. Terwijl de anderen in onze omgeving verwikkeld zijn in een hevige strijd tegen alles wat gemeen en toxisch is, hebben wij -als enige en als eenling- zelf een relatie met een dwalende blinde. Als wij nu al onze tanden laten zien, en ons nu al keren tegen die persoon, ook al is de tijd daarvoor nog niet rijp, dan zouden wij alles en iedereen in gevaar brengen, want de zwalpende zou dan te vroeg al zijn tegenmaatregelen kunnen nemen. De opgave van de eenling is hier buitengewoon moeilijk. Wij moeten stevig in onze schoenen staan, en hoewel wij met een dwalend iemand omgang hebben, ons toch innerlijk van die persoon zijn duisternis distanciëren. Wij nemen afstand. Daarbij worden wij miskend, want de omgeving denkt dat wij tot de groep van de blinden behoren. Wij staan hier helemaal alleen. Wij bevinden ons in een existentiële crisis en voelen ons eenzaam, omdat niemand ons begrijpt. Onze contacten met de dwalende zorgt ervoor dat de meerderheid over ons roddelt en ons als bezoedeld ziet, en zij keren zich morrend tegen ons. De wijze eenling draagt die miskenning en maakt hierdoor geen fouten, omdat hij trouw blijft aan zichzelf en de situatie zelf correct in-ziet.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 58, Het Blijmoedige)

Een 1 op de vierde plaats betekent weigeren:

Op de dijen is geen huid, en het lopen valt zwaar.
Lieten wij ons leiden als een schaap, dan zou de spijt vanzelf verdwijnen.
Maar als wij deze woorden horen, zullen wij ze toch niet geloven.
Er is op dit moment geen duidelijk begrip over het eenlingschap.  

Wij lijden aan een soort innerlijke onrust, zodat wij het op onze plaats niet kunnen uithouden. Wij willen tot elke prijs vooruit gaan, maar wij stoten daarbij op onoverwinnelijke egologische hinderpalen. Daarom ervaren wij een innerlijk conflict met de situatie op dit moment. Dat komt in de eerste plaats door de eigenzinnigheid, waarmee wij onze wil absoluut willen doorzetten. Konden wij die overwinnen, dan zou alles in orde komen. Maar deze raadgeving zal, als zoveel andere wijsheid, in de wind geslagen worden. Want een eigenzinnig koppig mens heeft wel oren, maar luistert niet.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 5, Het Wachten)

Een 1 op de vijfde plaats betekent wieden:

Tegenover het onkruid is een onwrikbare vastberadenheid nodig.
Door in het midden te wandelen, blijven wij vrij van enige schuld.  

Onkruid komt altijd weer tevoorschijn en laat zich moeilijk uitroeien. Daarom is een onwrikbare vastberadenheid in deze situatie nodig, ook in de strijd met een laag mens in een hoge positie. Wij staan in contact tot die dwalende, en daarom bestaat het gevaar, dat wij de strijd als hopeloos opgeven. Maar dat mag niet gebeuren. Wij moeten in deze situatie vastberaden verdergaan en wij mogen ons niet van het ingeslagen pad laten afbrengen. Alleen op die manier blijven wij vrij van enige schuld, en van schaamte achteraf.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 34, De Macht van het Grote)

Een 0 op de zesde plaats betekent vage woorden en beloftes:

Geen roep! Uiteindelijk voelen wij ons hierdoor ongelukkig.  

Het Succes lijkt hier te zijn behaald. Er blijft alleen nog een rest van het toxische over, en nu is de tijd gekomen dat wij het radicaal kunnen uitroeien. De hele zaak ziet er gemakkelijk uit, maar net hierin loert het gevaar. Als wij niet op onze hoede zijn, slaagt het negatieve erin, zich te verbergen en zo te ontkomen. En als het eenmaal aan onze aandacht is ontsnapt, ontstaat nieuw ongeluk uit de achtergelaten kiemen, want het toxische sterft niet vlug. Ook bij de slechte eigenschappen van het eigen karakter moeten wij grondig te werk gaan. Slechte gewoonten kunnen wij radicaal vervangen door goede gewoonten. Als wij uit nalatigheid iets over het hoofd zien, ontstaat daaruit net het nieuwe verval.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 1, Het Scheppende)

Betekenis: De Tijdsgeest van het moment

De tijdsgeest laat ons een doorbraak zien, na lang opgehoopte spanning, zoals bij het breken van de dijken van een gezwollen rivier, of zoals bij een wolkbreuk. Als metafoor bij de menselijke relaties toont dit ons een tijd waarbij de dwalende blinden gaandeweg het veld ruimen. Hun invloed is hier aan het afnemen en door een resolute actie komt er een verandering in de situatie; een doorbraak vindt plaats. De maanden april en mei staan in deze lijn van de tijd.

Algemeen: VOLGORDE VAN DE TIJDSVELDEN

Als ‘De Vermeerdering’ onophoudelijk verdergaat, komt er vroeg of laat een doorbraak. Daarom is het volgende tijdsveld: ‘De Doorbraak’. ‘De Doorbraak’ wil zeggen vastberadenheid, want het sterke keert zich hier vastberaden tegen het zwakke. Omdat het triplet ‘Het Meer’ in de buitenwereld ons wijst op ‘woorden, taal’, en ‘De Hemel’ binnen op ‘kracht’, toont dit tijdsveld ons ook dat wij onze woorden sterk, krachtig en duurzaam moeten maken.