Tijdsveld 30 – HET ZICH-HECHTENDE (HET VUUR)

1 0 1  1 0 1

Binnen (links): Het Vuur

Buiten (rechts): Het Vuur

Decimaal stelsel (partner): 45

Het Advies

‘Het Zich-Hechtende’. Voordelig is Stabiliteit.
Dat brengt ons Succes.
Zorg voor de koe brengt geluk.

duiding

Het donkere hecht zich aan het Licht en zorgt voor de verschijnende helderheid ervan, zodat het ene ZIJN (het ene Kosmische Lichaam) door opwarming zichtbaar wordt. Doordat het lichtende Licht uitstraalt, heeft het van binnen iets nodig, dat Stabiel aanwezig is, opdat het niet helemaal opbrandt, maar blijvend Licht kan geven. Al het zichtbare, oplichtende en verschijnende is afhankelijk van iets waaraan het zich gehecht heeft om te kunnen blijven schijnen. Zo zijn zon en maan nauw verbonden met ‘De Hemel’; koren, gras en bomen met ‘De Aarde’. De dubbele klaarheid van de eenling, die geroepen is een taak te vervullen in-de-wereld, is onafscheidelijk verbonden met HetENE rechtvaardige (van de symmetrie), en kan daardoor de wereld vormen en ordenen (analyseren, conceptueliseren). Een eenling, die onvrij en afhankelijk in-de-wereld staat, maar deze afhankelijkheid erkent, in-ziet, door-ziet, en zich in dienst stelt van de symmetrische krachten van het multiversum, zal altijd slagen. De koe is een metafoor voor opperste volgzaamheid, voor een nederige gelatenheid. Als de mens deze volgzaamheid en vrijwillige afhankelijkheid in zichzelf ontwikkelt, maakt hij zich klaarheid zonder cynisme eigen, en vindt op die manier zijn plaats in-de-wereld. Om Baruch Spinoza hier even te citeren: ‘De Natuur handelt geenszins met bedoeling; dit eeuwige en oneindige Wezen, dat wij God of Natuur noemen, handelt slechts met diezelfde noodwendigheid krachtens welke het bestaat. De reden of oorzaak waardoor God, ofwel de Natuur, handelt en waardoor hij bestaat, zijn één en hetzelfde.’ En ook verhelderend in deze situatie zijn de woorden van Arthur Schopenhauer: ‘Ook het toevalligste is slechts een langs een meer afgelegen weg tot ons gekomen noodwendigheid. Je kunt doen wat je wilt, maar je kunt, op elk willekeurig moment in je leven, maar één ding willen en absoluut niets anders dan dat ene.’ Of nog verdergaand: ‘Het empirische karakter is namelijk, net als de hele mens, als object van de ervaring louter verschijning en dientengevolge gebonden aan de vormen, waaraan de verschijning als geheel gebonden is, namelijk tijd, ruimte en causaliteit, en onderworpen aan hun wetten.’ In een kwantumfilosofisch perspectief betekent dit dat ZIJN (door opwarming van de donkere super-materie) en BEWUST-ZIJN (door afkoeling van de donkere super-energie) elkaar ontmoeten in de verschijning, als fenomeen, en wel door de kwantumfysische symmetriebreking, en dus in de vorm van het ERZIJN, want ook het ‘ik’ is en blijft slecht een schijngestalte, een als verschijnsel-zijnde.

Wijsheid van handelen: De Natuurwet

Het Lichte verheft zich tweemaal: het beeld van ‘Het Vuur’.
Zo verlicht de eenling, door voortzetting van dit Licht,
de vier wereldstreken.

duiding

Elk van de beide tripletten stelt de zon in een dagloop voor. Er wordt dus een zich altijd herhalende activiteit van de zon getoond. Hiermee zien wij de werking van het Grote Licht in de dimensie tijd. De eenling, die het eenlingschap op zich heeft genomen, en ertoe geroepen is, zet het werk van de natuur (HetENE) in-de-wereld voort. Door de wijsheid en het in-zicht van zijn verschijnende persoon zorgt hij ervoor dat het Licht zich altijd verder uitbreidt (zoals kringen in het water als wij er een steen in gooien) en steeds meer het innerlijk van andere mensen weet te beroeren. Jiddu Krisnamurti’s woorden indachtig: ‘Waarheid is waar je bent. Waarheid is wat je doet, hoe je je gedraagt. Daar is waarheid, niet in het kaalscheren van je hoofd en dat soort onzinnige dingen. Om helder te zien, om zonder vertekening waar te nemen, moet je je achtergrond en je conditionering gewaarworden. Alleen maar gewaarworden, niet veranderen, niet transformeren, of er vrij van zijn, gewoon maar gadeslaan.’  Dit ‘mindful’ gewaarworden, met een open, milde aandacht, is het Grote Licht Zelf, waar hetKB steeds terug naar verwijst.

De Afzonderlijke Plaatsen
Een 1 op de eerste plaats betekent een haastige bedrijvigheid:

De voetsporen lopen schots en scheef.
Als wij in alle ernst bezig zijn, dan is dat uiteindelijk niet fout. 

Het is hier vroeg in de morgen, of het begin van iets dat gaande is. Nadat in de slaap de psyche afgesloten is geweest van de buitenwereld, start nu opnieuw het contact met de buitenwereld. Schots en scheef verlopen de sporen van onze indrukken. Er heerst een haastige nerveuze bedrijvigheid. Het is nu belangrijk dat wij onze innerlijke rust behouden, dat wij ons niet laten meesleuren door het gewoel van het leven. Als wij ernstig en rustig blijven, dan krijgen wij het nodige in-zicht om de indrukken die op ons afkomen te verwerken. Net bij de aanvang is een dergelijke rustige ernst bijzonder belangrijk, want het begin van iets bevat in feite al de kiemen voor al het daarop volgende.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 56, De Zwerver)

Een 0 op de tweede plaats betekent een evenwicht bereiken:

Gele glans. Groots Succes.
Wij hebben hier de weg van het midden (de gulden middenweg) gevonden. 

Hier zien wij de middag van de dag. De zon straalt in gele glans, in volle glorie. Geel is de kleur van het midden en van de maat. Gele glans is een metafoor voor volmaakte cultuur en kunst, die hun hoogste harmonie verkrijgen in de maat (regelmaat en gematigdheid). Hier is dus sprake van een mooie evenwichtige tijd. Wij volgen de ‘Gulden Middenweg’ en de ‘Gulden Regel’, want overdaad schaadt.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 14, Het Bezit van het Grote)

Een 1 op de derde plaats betekent een depressief onbehagen:

Bij het schijnsel van de ondergaande zon,
slaan de mensen al zingend op de pan,
of zij zuchten luid over de naderende ouderdom. Ongeluk.
Hoe kunnen wij het schijnsel van de ondergaande zon lang vasthouden! 

Hier zien wij het einde van de dag, van een project of van een ander verschijnsel. Het schijnsel van de ondergaande zon is een mooie metafoor voor onze staat van afhankelijkheid, en wijst ons naar de vergankelijkheid van het leven en naar de relativiteit der dingen. In een dergelijke uiterlijke onvrijheid  worden de mensen meestal ook innerlijk onvrij. De vergankelijkheid is voor hen dan een aanleiding tot een alsmaar uitgelatener vrolijkheid, zoals bij het epicurisme en het hedonisme, om van het leven te genieten zolang het er nog is; of zij geven zich over aan hun verdriet en verspelen hun kostbare tijd door te zeuren over de naderende ouderdom, zoals in het nihilisme. Beide levenshoudingen zijn in feite fout. Voor een eenling maakt het niet uit of hij vroeg of laat sterft. Hij cultiveert zijn persoonlijkheid, volbrengt zijn tijd en vervolgt zijn lot. Het gevoel van onvrijheid kan voor een eenling desondanks toch nog vreugdevol aanvoelen, als wij de woorden van de filosoof Arthur Schopenhauwer overdenken: ‘Ik kan doen wat ik wil: ik kàn, wanneer ik dat wil, alles wat ik bezit aan de armen geven, en er zelf een worden – wanneer ik dat wil! Maar ik ben niet in staat om dat te willen, omdat de tegengestelde motieven veel te veel macht over mij hebben: zij weerhouden mij ervan. Wanneer ik daarentegen een ander karakter zou hebben, en wel in die zin, dat ik een heilige zou zijn, dan zou ik dat wel kunnen willen. Maar dan zou ik er ook niet omheen kunnen om het te willen, dan zou ik het dus ook moeten doen. Als we de vrijheid van de wil zouden vooronderstellen, dan zou elke menselijke handeling een onverklaarbaar wonder zijn – een gevolg zonder oorzaak…  En verder ook: ‘De wil op zich is weliswaar vrij, maar dan alleen ‘op zichzelf’, en aan gene zijde van de verschijning. In de verschijning daarentegen, presenteert de wil zich als reeds behept met een vastomlijnd karakter, waarmee al zijn handelingen overeenkomen, welke handelingen dan ook zo en niet anders moeten uitvallen, nadat ze door de bijkomende motieven nader bepaald zijn .’

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 21 , Het Doorbijten)

Een 1 op de vierde plaats betekent een risico op een burn-out:

Plotseling is ons komen.
Wij branden op, doven uit en worden weggeworpen.  

De inzichten van het verstand staan tot het leven zoals het vuur tot het hout. Het vuur hecht zich aan het hout, maar het verteert het hout ook. Het rationele verstand wortelt in het leven, maar kan het leven ook verteren. Dan zien wij een ‘ontworteld’ verstand, die het contact met zijn oer-grond (HetENE) heeft verloren. Het hangt er dus maar van af hoe wij het verstand gebruiken. Zijn onze gedachten adequaat of inadequaat? Werken zij? Kloppen zij met de werkelijkheid? In deze situatie zien wij een strovuur of een meteoor. Iemand met een nerveus, onrustig karakter kan dan misschien wel snel carrière maken, maar hij brengt geen blijvende werking tot stand. In deze situatie is het dus fout om onze energie al te snel te verbruiken, en ons als een meteoor op te (laten) branden.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 22, De Bekoorlijkheid)

Een 0 op de vijfde plaats betekent de ijdelheid der dingen:

Wenend in stromen, zuchtend en klagend. Geluk! 

Aangezien de vijfde laag in het tijdsveld week en leeg (een nul) is, is zij niet hoogmoedig en vol, maar ontvankelijk en wat treurig. Hier zien wij in feite het hoogtepunt van het leven. Zonder waarschuwing zouden wij ons in een dergelijke positie verteren als een vlam. Als wij in plaats daarvan angst en hoop laten varen, wenend en zuchtend de ijdelheid van alle verschijnselen in-zien, en er in de eerste plaats op beducht zijn de helderheid van onze geest te bewaren (alleen HetENE is), dan komt uit ons verdriet een geluk voort. Het gaat hier om een werkelijke ommekeer, niet zoals op de derde plaats, waar het om een voorbijgaande stemming gaat. Hier kent onze manier van denken (kijken) een totale ommekeer. Wij zien hier helder dat de situaties in het leven zijn wat ze zijn, omdat het heel-al (het multiversum) is wat het is.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 13, Gemeenschap met Mensen)

Een 1 op de zesde plaats betekent het jurifisme:

De koning gebruikt ons bij het uitrukken en berispen.
Het beste is dan, zich van de toxische leiders te ontdoen,
en de meelopers gevangen te houden of vast te zetten. Dat is dan niet fout. 

Het doel van de berisping of een vergelding is er om voor orde te zorgen, niet om in het wilde weg te straffen. Het negatieve moet in deze situatie bij de wortels worden aangepakt (de intenties, de motieven en de negatieve gedachten erachter zien) en worden omgebogen. In het openbare leven gaat het erom, dat wij de lastigaards onschadelijk maken, en de meelopers proberen te sparen. Wij weten als eenling dat elke daad onmiddellijk leidt tot een wederdaad, als een gevolg van de symmetrische vorm van HetENE multiversum. Bij de zelfontwikkeling gaat het erom, dat wij onze slechte gewoontes radicaal afleggen, en vervangen door positieve gewoontes, of dat wij de onschuldige gewoonten kunnen dulden. Al te strenge ascese, zoals bij de stoïcijnen, heeft geen enkel nut, en kan toch bijna niemand in standhouden; dus een al te strenge straf zal geen positief blijvend resultaat met zich meebrengen. Helderheid betekent in-zien, oprechtheid, openheid en vertrouwen. In deze tijd van juridisch fanatisme en filosofisch sofisme dreigt niet de gerechtigheid en de rechtvaardigheid, maar wel het verbale gekonkelfoes, de achterbaksheid, de pietluttigheid, en gaat het niet meer om eerlijkheid en consequentie. Het mag hier niet alleen maar gaan om het verdedigen op zich, om het gelijk willen halen door logische redeneringen en rationele analyses, maar wel om de kwantumfysische werkelijkheid zoals de waarnemende eenling het kan zien.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 55, De Volheid)

Betekenis: De Tijdsgeest van het moment

Dit tijdsbeeld is van binnen open en van buiten gesloten, zoals bij een visnet of fuik, waarin dieren vast blijven zitten. Het is het tegenovergestelde van het vorige tijdsveld, niet alleen wat de structuur betreft, maar ook in zijn volledige betekenis. Dit tijdsveld heeft twee keer hetzelfde triplet ‘Het Vuur’, dat staat voor ‘aan iets gehecht zijn’, ‘afhankelijk zijn’, ‘op iets berusten’, maar ook voor helderheid of de ‘klaarheid’ van het verstand. Een donkere laag hecht zich aan een lichte laag links en rechts: het beeld van een lege ruimte tussen twee sterke plaatsen, waardoor deze Licht afgeven. ‘Het Scheppende’ heeft de centrale laag van ‘Het Ontvangende’ in zich opgenomen, en zo ontstaat ‘Het Vuur’. ‘Het Vuur’ heeft geen bepaalde vorm, maar hecht zich aan de brandende voorwerpen en is daardoor lichtend. Zoals ‘Het Water’ van de hemel naar beneden komt, zo laait het vuur van ‘De Aarde’ omhoog. Terwijl ‘Het Water’ de psyche symboliseert, die in het lichaam is opgesloten, betekent ‘Het Vuur’ de verschijnende natuur en hoe wij op een verstandige manier met deze natuur kunnen omgaan. Wat het begrijpen van HetENE betreft, kunnen wij hier denken aan de woorden van de wijsheer Zuangzi: ‘Het visnet bestaat omwille van de vis, en als de vis gevangen is, dan kun je het net vergeten. De konijnenstrik bestaat omwille van het konijn, en als het konijn gevangen is, dan kun je de strik vergeten. Woorden bestaan vanwege hun betekenis, en als je de betekenis begrepen hebt, dan kun je de woorden vergeten.’

Algemeen: VOLGORDE VAN DE TIJDSVELDEN

In een uitdieping is er altijd wel iets, dat zich daarin vasthecht. Daarom is het volgende tijdsveld: ‘Het Zich-Hechtende’. ‘Het Zich-Hechtende’ betekent: op iets berusten, vasthouden, conceptualiseren. ‘Het Zich-Hechtende’ is naar boven gericht. Het Lichte principe wordt enkel zichtbaar, als het zich aan verschijnselen en vormen hecht. Anderzijds is het verschijnsel dus nodig, opdat de krachten van het Licht daarin tot uitdrukking kunnen komen. Zo is het ook voor mensen. De lichamelijke, natuurlijke krachten en zintuigen moeten zich aan die van het BEWUST-ZIJN hechten, om een grotere glans en uitstraling te krijgen en haar invloed op aarde zichtbaar te maken.