Tijdsveld 26 – DE TEMMENDE KRACHT VAN HET GROTE

1 1 1  0 0 1

Binnen (links): De Hemel

Buiten (rechts): De Berg

Decimaal stelsel (partner): 57

Het Advies

‘De Temmende Kracht van het Grote’: Voordelig is Stabiliteit.
Vastheid en kracht. Echtheid en waarheid. Glans en licht.
Niet thuis eten brengt geluk met zich mee.
Het is Veelbelovend, het grote water over te steken.

duiding

Het vasthouden en samentrekken van grote, scheppende krachten, zoals in dit tijdsveld wordt weergegeven, vereist een sterke eenling met een helder en adequaat verstand, die door zijn meerderen wordt geëerd. Het triplet ‘De Hemel’ toont ons sterke scheppingskracht, het triplet ‘De Berg’ op degelijke waarden; beide tripletten zijn een metafoor voor Licht en klaarheid, en op een dagelijkse vernieuwing van de persoonlijkheid. Alleen door een dergelijke zelfvernieuwing bestendigen wij het hoge niveau van onze (levens-)kracht. Terwijl in rustiger perioden de macht van de gewoonte, de automatische piloot, tot het handhaven van de orde bijdraagt, komt in grote tijden van krachtconcentratie alles aan op de macht van de persoonlijkheid, van onze manier van aandachtig waarnemen en kijken; van het gewaar-Zijn van HetENE. Aangezien mensen die het waard zijn, de eenlingen, geëerd worden -zoals wanneer een sterke persoonlijkheid door zijn meerdere met de leiding wordt belast, dat bewijst- is het positief als wij niet meer thuis eten, maar in het openbare leven ons brood verdienen met het aannemen van een betrekking. Wij zijn nu in harmonie met ‘De Hemel’; daarom lukken ons ook moeilijke, gevaarlijke ondernemingen, zoals bijvoorbeeld ‘het oversteken van het grote water’.

Wijsheid van handelen: De Natuurwet

‘De Hemel’ te midden van ‘De Berg’:
het beeld van ‘De Temmende Kracht van het Grote’.
Zo leert de eenling vele woorden uit vroegere tijden,
en daden uit het verleden kennen,
om daarmee zijn karakter te stalen.

duiding

‘De Hemel’ te midden van ‘De Berg’ wijst ons op verborgen schatten. Zo liggen in de woorden en daden van het universele menselijke verleden een schat verborgen, die wij kunnen gebruiken om in deze situatie ons eigen karakter stevig te stalen en te versterken. Wij moeten het warm water niet willen uitvinden. De juiste manier van studeren is zich niet te beperken tot louter historische kennis, maar wel door het historische steeds weer toe te passen en het steeds weer vernieuwend actueel te maken.

De Afzonderlijke Plaatsen
Een 1 op de eerste plaats betekent beheersen:

Er dreigt gevaar.
Het is Voordelig als wij ons afzijdig houden,
want dan stellen wij ons niet aan het gevaar bloot.

Wij willen er graag energiek gaan invliegen, maar de omstandigheden werken hier niet mee. Wij zien hoe de weg voor ons is versperd. Door de voortgang te willen forceren, zouden wij ons in het ongeluk storten. Vandaar dat het nu beter is om ons te beheersen en te matigen, totdat er zich een uitweg opent waarbij wij de samengebundelde krachten kunnen laten botvieren.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 18, Het Werk aan het Bedorvene)

Een 1 op de tweede plaats betekent berusten:

Van de wagen worden de aslagers afgenomen.  

Hier is het verdergaan belemmerd, op dezelfde wijze als bij ‘De Temmende Kracht van het Kleine’ (cfr. tijdsveld 9, een 1 op de derde plaats). Maar terwijl daar de tegenwerkende kracht gering is, en er een conflict ontstaat tussen het voorwaarts dringende en het tegenwerkende, waardoor de spaken van de wagen afspringen, is hier de tegenwerkende kracht ongetwijfeld het sterkst. Vandaar dat er hier geen gevecht plaatsvindt. Wij berusten en we nemen eerst zelf de aslagers weg; dat wil zeggen dat wij ons voorbereiden op een tijd van wachten. Op die manier verzamelen wij de nodige spankracht in onszelf om later des te energiek te kunnen verdergaan.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 22, De Bekoorlijkheid)

Een 1 op de derde plaats betekent behouden:

Een goed paard, dat anderen volgt.
Voordelig is het om zich bewust van het gevaar te zijn,
en om de Stabiliteit te behouden.
Wij oefenen ons dagelijks in het wagenmennen,
en in hoe wij ons kunnen verdedigen met wapens.
Het is Veelbelovend om een plaats te hebben,
waar wij naartoe kunnen gaan.
De bovenste plaats stemt in het willen overeen.  

De weg gaat open. De hinderpaal is verdwenen. Wij hebben contact met een sterke wil, die in dezelfde richting werkt. Wij gaan vooruit, als een goed paard, dat een ander volgt. Maar er dreigt nog altijd gevaar. Als wij onze krachten niet willen verliezen, dan moeten wij ons bewust zijn van dat gevaar. Enerzijds moeten wij ons dus bekwamen in datgene wat ons vooruit brengt, anderzijds in datgene wat ons proactief tegen een onverwachte aanval kan beschermen. Daarom is het ook goed om altijd een (levens-)doel voor ogen te houden, waar wij willen op af gaan.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 41 , De Vermindering)

Een 0 op de vierde plaats betekent bedwingen:

De schutplank van een jonge stier.
Groot geluk!  

Deze laag, en de hierop volgende, zijn het die de voorwaarts stormende linkse lagen temmen en tegenhouden. Voordat bij een stier de horens zijn gegroeid, brengt men op zijn voorhoofd een schutplank aan, die ervoor zorgt, dat de horens, als zij er eenmaal zijn, niemand kunnen verwonden. Dat is een goede manier van temmen, als wij de uitbrekende wildheid al aan banden leggen, voordat zij zich kunnen manifesteren. Op die manier kunnen wij er ons van verzekeren dat er een Groots en gemakkelijk Succes zal volgen.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 14, Het Bezit van het Grote)

Een 0 op de vijfde plaats betekent bestrijden:

De tand van een gecastreerd zwijn. Geluk!  

Hier zien wij hoe de temming van het onstuimig en impulsief voorwaarts dringende op indirecte wijze is gerealiseerd. De tand van een everzwijn is in feite gevaarlijk, maar als de natuur van het dier veranderd is, door castratie, verliest het zijn gevaarlijkheid. Zo moeten wij ook bij mensen de wilde kracht niet rechtstreeks bestrijden, maar in plaats daarvan moeten wij de wortels ervan (de effectieve oorzaken) uitroeien.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 9, De Temmende Kracht van het Kleine)

Een 1 op de zesde plaats betekent bevruchten:

Wij vinden de weg naar HetENE. Succes.
De waarheid van het waar-nemen werkt in het grote.

De tijd van de belemmering is voorbij. De door de belemmering, sinds lang opgehoopte spanningskracht, baant zich hier een weg en breekt definitief door. Dat heeft Groots Succes tot gevolg. Hier is een wijze eenling te zien, die door de mensen en de meerderen wordt geëerd en gevoed, en wiens doorwerkende,diepzinnige principes de verschijnende wereld mee vormgeven en bepalen.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 11, De Vrede)

Betekenis: De Tijdsgeest van het moment

De beweging van de beide tripletten gaan naar elkaar toe. ‘Het Scheppende’ links verschuift sterk naar rechts, ‘De Berg’ rechts houdt vast en blijft er staan. ‘Het Scheppende’ wordt op die manier getemd, en daardoor ontstaat een grote kracht, een sterke energie, heel anders dan bij het tijdsveld 9, waar slechts ‘De Wind’ het scheppende probeert in te tomen. Terwijl daar één zwakke laag de vijf sterke moet temmen, zijn het er hier twee: de vierde en vijfde laag. Daarom is de temmende kracht hier veel groter. Er ligt een drieledige betekenis in het tijdsveld opgesloten: ‘De Hemel’ onder (of midden) ‘De Berg’ toont ons de mogelijkheid van vasthouden als ‘bijeenhouden’; het triplet ‘De Berg’, dat het triplet ‘De Hemel’ stilhoudt, toont ons de kans op vasthouden als ‘tegenhouden’. Het feit tenslotte, dat een sterke plaats uiterst rechts ook de heer van het tijdsveld is, die als wijze eenling geëerd en verzorgd wordt, toont ons de suggestie aan vasthouden als ‘voeden’, ‘verzorgen’. De laatste visie komt nog meer specifiek tot uitdrukking bij de heer van het teken op de zesde plaats, die de wijze eenling zelf representeert, die HetKB kent.

Algemeen: VOLGORDE VAN DE TIJDSVELDEN

Als er onschuld is, kunnen wij temmen. Daarom is het volgende tijdsveld: ‘De Temmende Kracht van het Grote’. De scheppende energie vasthouden is de eerste vereiste voor de onschuld bij het verschijnen. Anderzijds is het onschuldige verschijnen zelf noodzakelijk om de oorspronkelijke, hemelse energie te kunnen vasthouden in vormen.