Tijdsveld 20 – DE BESCHOUWING (DE AANBLIK)

0 0 0  0 1 1

Binnen (links): De Aarde

Buiten (rechts): De Wind

Decimaal stelsel (partner): 3

Het Advies

‘De Beschouwing’ (de contemplatie).
De wassing is gebeurd, maar het offer is nog niet gebracht.
Vol vertrouwen zien zij naar de eenling op.

duiding

Het brengen van een offer gebeurt meestal door de gave eerst te wassen, te zuiveren of schoon te maken. Daarna wordt het offer met een vloeistof besprenkeld. Dan pas worden de offers effectief aangeboden. Het tijdstip tussen de beide handelingen is het meest heilige moment; het ogenblik van de hoogste innerlijke concentratie; het mindful aanwezig zijn bij elke beweging, elke gedachte en elk gevoel. Als de devotie met oprechte aanwezigheid van de aandacht gebeurt, zal dit overslaan naar de toeschouwers van deze gebeurtenis, en zal dit transformerend op hen inwerken, en hen met eerbied vervullen. Dat is de waarde van een ritueel (de liturgie), dat mensen met elkaar verbindt. Zo zien wij ook in de natuur een subtiele ernst in de regelmaat waarmee alle natuurverschijnselen zich voltrekken. De reflectie over de betekenis van de werking van HetENE, en de invloed ervan op het wereldgebeuren, doet een mens, die geroepen is om zelf invloed uit te oefenen op de mensheid, de middelen aan de hand om dezelfde werkingen teweeg te brengen. Daarvoor is dus innerlijke concentratie nodig, zoals spirituele aandacht die teweegbrengt in mensen, die groot zijn en sterk in hun (zelf)vertrouwen. Daardoor krijgt de eenling een in-zicht in de geheimzinnige, natuurkundige levenswetten, en weet deze, door de hoge ernst van een innerlijke SEN-SAT-ionele concentratie, in de eigen verschijnende persoonlijkheid te verwezenlijken. Zo gaat er dan van onze blik een geheimzinnige geestelijke kracht uit, een charisma, die op de mensen inwerkt en hen onderwerpt, zonder dat zij er zich van bewust worden hoe dat precies in zijn werk gaat.

Wijsheid van handelen: De Natuurwet

‘De Wind’ waait over ‘De Aarde’: het beeld van ‘De Beschouwing’.
Zo bezochten de oude koningen de streken van de wereld.
Zij beschouwden het volk en onderrichtten het.

duiding

Als de wind over de aarde waait, komt hij overal, en het gras moet zich buigen voor zijn macht. Deze beide processen vinden in dit tijdsveld hun bevestiging. Ze werden vroeger in-de-wereld omgezet in de instellingen van de koningen van de oudheid, die zich enerzijds door geregelde reizen een blik op hun volk verschaften, waarbij niets van wat er als gebruiken in het volk leefde hun kon ontgaan, en die daarbij anderzijds hun invloed gebruikten om de gangbare manier van leven, die niet juist was, te veranderen. Het geheel van dit tijdsveld wijst dus op de macht van een superieure persoonlijkheid. Zo iemand zal een helder inzicht hebben in de werkelijke gevoelens van de grote massa, zodat men deze eenling niet zal kunnen bedriegen; anderzijds zal die door zijn tegenwoordigheid en uitstraling alleen al zulk een indruk op hen maken, dat zij zich naar hem richten, als het gras naar de wind.

De Afzonderlijke Plaatsen
Een 0 op de eerste plaats betekent kinderlijk kijken:

Jongensachtige beschouwing.
Voor een blinde niet fout.
Voor een waarnemende eenling beschamend.  

Het beschouwen van uit de verte, zonder juist begrip, wordt ons getoond. Er is hier iemand aan het werk, wiens invloed voor de toekomst door de gewone mensen niet wordt begrepen. Dat doet er voor de grote massa niet toe. Of ze de activiteiten van een wijs iemand nu begrijpen of niet, deze komen hun toch ten goede. Maar voor de eenling zelf is het een schande. Hij mag niet meeheulen als een dwaas, en gedachtenloos kijken naar wat de heersende invloeden zijn. Hij moet ze in hun onderlinge symmetrische samenhang bekijken (uitzoomen) en proberen de tijd die in HetENE opkomt te begrijpen.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 42, De Vermeerdering)

Een 0 op de tweede plaats betekent beperkt glurend kijken:

Aanblik door de deurspleet.
Voordelig is de Stabiliteit van wie binnen blijft.  

Door de deurspleet hebben wij een beperkt gezichtsveld: wij zien van binnen naar buiten. De manier van kijken is hier subjectief beperkt. Wij betrekken alles op onszelf. Wij kunnen ons niet empathisch in de ander en die zijn beweegredenen verplaatsen. Dat is voor een kluizenaar, die zich binnenskamers opsluit, op zijn plaats: die hoeft niets te begrijpen van wat er in-de-wereld omgaat. Voor iemand die actief aan het openbare leven wil deelnemen is zo’n beperkt-egologische manier van beschouwen natuurlijk fout.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 59, de Oplossing)

Een 0 op de derde plaats betekent objectief kijken:

Beschouwing van mijn leven,
dàt beslist over vooruitgang of terugtocht.  

Hier is de plaats van de overgang. Wij kijken niet meer naar buiten om min of meer beperkende of verwarrende beelden te verkrijgen, niet meer alleen naar de schaduwen op de wand van de grot (cfr. Plato), maar wij richten onze blik op het Licht in onszelf om een richtlijn voor onze beslissingen te vinden. Deze zelfreflectie betekent het begin van het overwinnen van al het egotologische naïeve van de mens, die van nature geneigd is, alles alleen vanuit zijn eigen gezichtsveld te zien. Hij begint nu na te denken, en zet de rede in, om op die manier tot een zekere objectiviteit te komen. Zelfkennis wil evenwel niet zeggen, dat wij onze eigen gedachten ontleden; het betekent eerder, dat wij nagaan welke invloed wij op onze medemensen hebben. Alleen de resultaten van ons leven geven ons het recht te beslissen, of er voor- of achteruitgang vast te stellen is. Wij kunnen hierbij ook denken aan de woorden van de humanist Erasmus: ‘Zeg nu zelf: kun je van iemand houden, als je een hekel aan jezelf hebt? Kun je met een ander opschieten, als je met jezelf overhoop ligt? Kun je een ander gelukkig maken, als je zelf somber en depressief bent? De vraag zal toch niemand bevestigend willen beantwoorden, denk ik, of hij moest nog zotter zijn dan de Zotheid in eigen persoon.’

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 53 , De Ontwikkeling (Geleidelijke Vooruitgang))

Een 0 op de vierde plaats betekent een eigen kijk hebben:

Beschouwing van het licht van het rijk.
Veelbelovend is het, als gast van een koning actief te zijn.    

De tijdslijn staat het verst in het kerntriplet ‘De Aarde’, dat ‘rijk’ kan betekenen, het ERZIJN, of het in-de-wereld-Zijn; en ook in het midden van het kerntriplet ‘De Berg’, dat naar het ‘Licht’ verwijst.  Hier is dus iemand te zien, een eenling, die de geheimen begrijpt, hoe wij een rijk van Leven tot bloei kunnen brengen. Zo een persoon moet een verantwoordelijke positie kunnen innemen, en op die manier invloed uitoefenen. Die moet als het ware ‘gast’ zijn, dat wil zeggen dat die zelfstandig moet kunnen handelen en gerespecteerd moet worden, en zeker niet slechts als werktuig worden gebruikt.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 12, De Stilstand)

Een 1 op de vijfde plaats betekent integer kijken:

Beschouwing van mijn leven.
De eenling maakt geen fout.  

Iemand in een verantwoordelijke positie, naar wie anderen opkijken, moet altijd bereid zijn tot zelfonderzoek. De juiste manier van zelfreflectie bestaat echter niet in een werkloos mijmeren over zichzelf; het is nodig dat wij letten op de invloed die er van ons uitgaat. Alleen als deze invloed positief is -als wij gunstig op anderen inwerken- zal de beschouwing van ons leven ons de tevredenheid geven, dat wij vrij van fouten zijn. Wat dus niet wil zeggen dat ‘de innerlijke criticus’ van het eigen ego het recht heeft om ons klein te maken of te vernederen. Het is ons effectief gedrag dat toont wat de resultaten zijn van onze reflectie, en natuurlijk ook wat wij concreet hebben gedaan, eenmaal het reflectief nadenken van de rede (wat is een tijdelijk verschijnsel en wat is blijvend HetENE? Wat ben ik echt?) ons de waarheid over onszelf aan het licht heeft gebracht. Eenmaal wij de oude zienswijze hebben losgelaten, is er pas ruimte voor een andere manier van kijken. Dit ‘anders’ kijken is dan vanuit het ‘Getuige-Zijn’. De Getuige kijkt, maar is niet betrokken. De Getuige grijpt niet in. Zoals bij een droom kijken wij naar wat er in de droom plaatsvindt. Zo kunnen wij ook kijken naar het leven dat zich voor ons afspeelt. Dit doet ons ook denken aan het verhaal van Zhuangzi en de vlinder: ‘Eens op een dag droomde ik, Zhuangzi, dat ik een vlinder was, een vlinder die fladderend rondvloog, tevreden met zichzelf, en zich niet bewust dat hij mij was. Plotseling werd ik wakker en begon ik mij rekenschap te geven dat ik nog altijd Zhuangzi was. Nu is de vraag of ik Zhuangzi ben die droomde dat hij een vlinder was, ofwel een vlinder die droomde dat hij mij was.’

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 23, De Versplintering)

Een 1 op de zesde plaats betekent mystiek kijken:

Beschouwing van zijn leven.
De eenling maakt geen fout.  

Terwijl de vorige positie in dit tijdsveld iemand toont, die reflecteert over zichzelf, is hier op de verst geëvolueerde plaats al het persoonlijke, egologische, op het eigen-ik betrekking hebbende, uitgeschakeld. Hier is ‘de Getuige’ in feite zelf HetENE, die kijkt naar zichzelf. Er is geen onderscheid. Er is geen andere dan HetENE. Hier wordt ons de wijze ‘Uebermensch’ getoond, die buiten de wereldse verschijnselen staat, ver(her)enigd met HetENE. Bevrijd van alle ik-zucht, beschouwt deze eenling de natuurkundige wetten van het leven, en op die manier komt zo iemand tot de erkenning, dat de hoogste bevrijding erin bestaat te zien hoe wij ons van alle blindheid kunnen bevrijden. Deze eenling, als ‘Uebermensch’, is de toekomstige mens, de SEN-SAT-ionele mens die in HetENE één is met zich-Zelf. Voor de ‘Uebermensch’ is alles leela en hij ziet: elke daad is wederdaad.  Wij zijn de wereld op deze positie nog niet vergeten, daarom bekommeren wij ons nog over de verschijnselen in-de-wereld. zij ‘zijn’ én ‘zijn-niet’, dat is het bijzondere, als wij HetENE zien… Onwillekeurig kunnen wij hierbij ook aan de woorden van de zenleraar Bodhidharma denken: ‘Buiten deze geest zul je nooit een boeddha zien. De boeddha is een voortbrengsel van je geest. Waarom zou je buiten jouw geest naar een boeddha zoeken? Als je je eigen aard ziet, ben je een boeddha, zelfs al ben je een slager. Als je je eigen aard ziet, verdwijnen alle twijfels. De enige reden dat ik naar China ben gekomen, is om de ogenblikkelijke leer over te dragen: deze geest is de boeddha! Zij die de geest begrijpen, bereiken met minimale inspanningen de verlichting. Zij die de geest niet begrijpen, oefenen tevergeefs. Al het goede en kwade komt uit je eigen geest. Het is onmogelijk om iets buiten de geest te vinden. Als je de geest kunt begrijpen, begrijp je alles.’

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 8, De Aaneengeslotenheid)

Betekenis: De Tijdsgeest van het moment

Hier zien wij een dubbele betekenis: enerzijds is er het (be)schouwen, anderzijds is er het ‘gezien worden’, een voorbeeld zijn, de schouw (show). Deze ideeën worden gesuggereerd door het feit dat de vorm van het tijdsveld, naar boven opgetrokken, lijkt op een toren, van waaruit wij naar alle kanten kunnen kijken, en omgekeerd dat, als toren op een berg, die ook al van ver zichtbaar is. Vandaar dat hier sprake is van iemand die van boven uit de wet van de hemel (het multiversum), en naar beneden toe de werking op de aarde (het in-de-wereld ERZIJN) opmerkzaam gadeslaat, en die daardoor, door dit zien, met zijn goede manier van doen, zelf een groots voorbeeld voor de massa is. Het tijdsveld toont ons de werkingen tijdens de maanden september en oktober. De lichte kracht van de natuur trekt zich terug; het donkere is weer aan het opkomen, maar dit aspect speelt geen rol bij de interpretaties van dit tijdsveld in zijn geheel.

Algemeen: VOLGORDE VAN DE TIJDSVELDEN

Als de verschijnselen groot zijn, kunnen wij die goed zien. Daarom is het volgende tijdsveld: ‘De Beschouwing’. De betekenis van het tijdsveld ‘De Toenadering’ en ‘Het Schouwen’ is dat zij enerzijds geven, anderzijds nemen.