Tijdsveld 15 – DE BESCHEIDENHEID

De wet van de hemel maakt het volle leeg en het bescheidene vol: als de zon op het hoogste punt staat, neigt ze volgens de natuurwetten weer tot ondergaan, en als zij het diepst onder de aarde is, gaat ze een nieuwe opkomst tegemoet. Als de maan vol is, neemt zij volgens dezelfde natuurkundige wetten weer af, en als ze donker is, neemt ze weer toe. Deze natuurwetten komen ook tot uitdrukking in het leven van de mensen. De wet van de aarde is, van het volle af te nemen en aan het bescheidene toe te voegen: de hoge bergen worden door de wateren afgesleten, de dalen worden opgevuld. De wet van het SEN-SAT-ionele leven, van het verschijnen in het ERZIJN is, om aan het volle afbreuk te doen, en aan het bescheidene geluk te schenken. Ook de mensen in-de-wereld haten het volle en houden van het bescheidene. De dynamiek van het symmetrisme in HetENE volgt vaste instant wetten, die zich noodwendig moeten uitwerken (om HetENE één te laten zijn, en het één te laten blijven). Maar de mens denkt het in eigen hand te hebben, denkt zijn eigen lot gestalte te kunnen geven, al naar dat hij zich door zijn gedragingen openstelt voor de zegenrijke of voor de destructieve krachten. Het is de eenling die het spel van de verschijnselen door-ziet en weet: elke daad is instant wederdaad! Er is geen andere mogelijkheid. Wie schijnbaar ‘goed’ doet, schept onherroepelijk ‘slecht’; wie schijnbaar ‘slecht’ doet, schept ‘goed’. Alles is verstrengeld met alles, opdat HetENE ook werkelijk één is, en alles in een perfect evenwicht kan verschijnen. Als dus de eenling hoog staat, door geduldig in-zicht, en zich bescheiden toont, door overgave, straalt hij in het Licht van de wijsheid van de waarheid. Als hij een bepaalde positie bekleedt, en zich toch bescheiden toont, zal hij echter niet onopgemerkt blijven. Zo lukt het zelfs voor een eenling om zijn levenswerk en roeping tot een goed einde te brengen, en hij schept er niet over op als het eenmaal is afgerond.

Het triplet ‘De Aarde’, waarin het triplet ‘De Berg’ verborgen is, toont haar rijkdom niet. Het hoge van ‘De Berg’ dient tot het nivelleren van de diepten van ‘De Aarde’. Zo vullen hoog en laag elkaar aan, en het resultaat is de vlakte (in de kosmos is de vlakte de eeuwige symmetrie van HetENE kwantumveld). Als beeld van ‘De Bescheidenheid’ geldt hier de situatie, dat iets wat lange tijd nodig heeft gehad om tot stand te komen, uiteindelijk vanzelf heel natuurlijk en gemakkelijk lijkt (als de symmetrie van het universum breekt, ontstaan de verschijnselen, op een schijnbaar heel eenvoudige en gemakkelijke wijze). Zo gaat ook de eenling te werk, als hij op aarde de verschijnselen in orde brengt. Hij nivelleert de sociale contrasten, die een bron van onenigheid zijn, en schept daardoor rechtvaardige en gelijke verhoudingen tussen wat ook maar verschijnt, want uiteindelijk is en blijft ‘wat-is’ altijd HetENE, dat het Enige is. De kern van de dynamiek van het leven is niet het egologische gescheiden Zelfde, maar het uneologische symmetrische ENE.

Een bescheiden-bescheiden eenling.
Die mag met een gerust hart het grote water oversteken. Geluk! 

Een gevaarlijke onderneming, zoals het oversteken van een groot water, wordt erg bemoeilijkt als er sprake is van arrogantie en eindeloze overwegingen. Daarentegen is het gemakkelijk en haalbaar als de situatie vlug en eenvoudig wordt afgehandeld. Vandaar dat een volmaakt pretentieloze gemoedstoestand van de bescheidenheid ideaal is om ook moeilijke ondernemingen tot een goed einde te brengen, omdat wij dan geen eisen en voorwaarden stellen, maar dat wij de zaak afhandelen zonder er veel ophef van te maken; immers is het zo dat, als wij geen eisen gaan stellen, wij ook geen tegenstand zullen ontmoeten. Ook hier geldt de regel: vraag niets en weiger niets.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 36, De Verduistering van het Licht)

Zich uitende bescheidenheid.
Stabiliteit zorgt voor geluk.
De eenling draagt haar binnen in zijn hart.

Waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over. Als wij innerlijk zo bescheiden zijn, dat deze ingesteldheid ook zichtbaar is in ons gedrag, dan zorgt dit voor geluk: op die manier ontstaat vanzelf de mogelijkheid tot een blijvende vorm van invloed, zonder dat iemand ons verdringt of ons hierin tegenwerkt. Deze plaats staat in het centrum (het hart) van het binnenste triplet ‘De Berg’. Zij staat in solidariteit met de derde plaats, die de cluster van het tijdsveld is.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 46, Het Omhoogdringen)

Een verdienstelijk-bescheiden eenling werkt het af. Geluk!
De mensen gehoorzamen hem.

Hier ligt het centrum van het hele tijdsveld, waarbij het geheim ervan aan ons wordt getoond. Door belangrijke resultaten te hebben behaald, krijgen wij al vlug een grote naam en een goede reputatie. Als wij ons evenwel door de roem laten verblinden, dan zal de kritiek niet lang op zich laten wachten, en zullen de moeilijkheden beginnen. Als wij daarentegen, ondanks onze verdiensten, bescheiden kunnen blijven, zorgen wij ervoor dat de mensen van ons houden, en dat zij bereid zullen zijn om ons te helpen bij het ‘Grote Werk’.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 2 , Het Ontvangende)

Niets, dat niet Veelbelovend zou zijn,
voor bescheidenheid in de beweging.
De eenling overtreedt de regel(maat) niet.

Alles heeft zijn maat. Ook de bescheidenheid in het optreden in-de-wereld kan overdreven worden. Zoals bij de Apollo-tempel in Delphi te lezen staat: ‘Ken u(w) Zelf’  en ‘niets te veel’, zo geldt dit ook voor deze tijd. Bescheidenheid is nu, in deze tijd en bij deze situatie, hoe dan ook op zijn plaats, omdat de relatie tussen een waardevol helper en een welwillende leider een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Het vertrouwen van de leidinggevende mag niet worden geschaad of misbruikt, terwijl anderzijds ook de helper niet over het hoofd mag worden gezien. Er zijn misschien wel mensen, die niet uitblinken, en die zich indekken door allerlei regels, wetten en decreten: de jurifisten(29). Zij wijzen elke verantwoordelijkheid af, ze nemen betaling aan zonder er voldoende voor te presteren, en zij dragen soms hoge titels, terwijl hun positie in feite volstrekt niet zo belangrijk is. De hier bedoelde bescheidenheid is precies het tegendeel. Die toont zich net in zo’n positie, doordat wij hier vol interesse, en gefocust, met het ‘Grote Werk’ van het eenlingschap bezig zijn.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 62, Het Overwicht van het Kleine)

Niet opscheppen over rijkdom tegenover onze naaste.
Veelbelovend is het, met kracht de verschijnselen aan te pakken.
Er is niets, dat niet Voordelig zou zijn.

Bescheidenheid is iets anders dan zwakke goedigheid en pleasen, over zich heen laten lopen. Wie een verantwoordelijke positie heeft opgenomen, moet in bepaalde situaties wel eens energiek optreden, en knopen doorhakken. Daarom is het in deze situatie belangrijk, dat wij niet iets proberen te bereiken, louter op basis van onze titel of omdat wij opscheppen over de superioriteit die wij hebben -die moet in de omgeving voldoende bekend zijn. Ingrijpen moet hier zuiver objectief gebeuren, op basis van gemaakte afspraken, van feiten of van waar te nemen gedrag, en mag absoluut niets persoonlijk kwetsend hebben, of alleen maar gebaseerd zijn op subjectieve interpretaties. Zo laat de bescheidenheid zich hier in een zekere strengheid zien, die op zijn plaats is, en dus rechtvaardig.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 39, De Hindernis)

Zich uitende bescheidenheid.
Veelbelovend is het, legers te laten oprukken,
om de eigen stad en het eigen land te zuiveren.

Als het ons werkelijk ernst is met onze bescheidenheid, dan kunnen wij er beter voor zorgen, dat deze zich ook in de realiteit van ons leven laat zien. Hierbij kunnen wij erg energiek te werk gaan. Als er een conflict is, dan is niets zo gemakkelijk dan de schuld ervan bij anderen te leggen. Wij projecteren dan iets dat van ons is, op de ander, en zien iets bij de ander, dat in feite bij onszelf te vinden is. Een zwakke persoonlijkheid trekt zich dan misschien beledigd in zichzelf terug, heeft medelijden met zichzelf en houdt het voor bescheidenheid, dat hij zich niet verweert. Maar echte bescheidenheid toont zich zo, dat zij vol energie aan de slag gaat, om orde te scheppen in het leven, en met de zuivering begint bij zichzelf, de eigen kring en bij de innerlijke saboteur in de eigen psyche. Wij kunnen in de huidige context alleen iets waardevols bereiken als wij de moed hebben om onze legers tegens onszelf te laten oprukken, en om op die manier ook het intelligent spel van het eigen ego helemaal te door-zien, en zo de projecties te kunnen terugnemen tot bij onszelf. Op die manier komen de emoties van het hart tot rust, en zien wij hoe de wijsheid van de innerlijke vrede het overneemt.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 52, Het Stilhouden (De Berg))