Tijdsveld 13 – GEMEENSCHAP MET MENSEN

1 0 1  1 1 1

Binnen (links): Het Vuur

Buiten (rechts): De Hemel

Decimaal stelsel (partner): 47

Het Advies

‘Gemeenschap met Mensen’ in de open lucht: Succes.
Het is Veelbelovend, als wij het grote water oversteken.
Voordelig is de Stabiliteit van de eenling.
Alleen het eenlingschap is in staat om elke wil onder de hemel te verenigen.

duiding

De echte gemeenschap van mensen kan tot stand komen als de basis ervan de belangstelling voor het kosmische is, voor het universele, in de uneologie (niet enkel maar in de eenzijdige ontologie of egologie). Want niet speciale doelstellingen van het ‘ik’, maar doelen voor de gehele mensheid brengen een duurzame gemeenschap onder de mensen met zich mee. Daarom staat er: ‘Gemeenschap met mensen in open lucht’ geeft ons Succes. Als er zoveel eendracht is, kunnen ook moeilijke en gevaarlijke opgaven, zoals ‘het oversteken van het grote water’, worden uitgevoerd. Maar om een dergelijke gemeenschap tot stand te brengen, zijn er stabiele en volhardende leiders nodig, die duidelijke, correcte, begrijpelijke en enthousiaste kenmerken hebben, die zij met kracht weten na te streven (het binnenste triplet betekent ‘duidelijk’ en ‘helder’, het buitenste triplet ‘correct’, ‘krachtig’ en ‘enthousiast’).

Wijsheid van handelen: De Natuurwet

‘De Hemel’ samen met ‘Het Vuur’:
het beeld van de ‘Gemeenschap met Mensen’.
Zo deelt de eenling de stammen in,
en maakt hij een onderscheidt tussen de verschijnselen.

duiding

‘De Hemel’ en ‘Het Vuur’ hebben dan wel een verschillende spin (‘De Hemel’ heeft een up-spin, ‘Het Vuur’ heeft een down-spin), toch is hun beweging in dezelfde richting, naar buiten toe. Zij hebben geen contact met elkaar, want ‘De Hemel’ staat te ver weg van ‘Het Vuur’ op aarde, en zij zijn dus duidelijk van elkaar te onderscheiden. Zoals de oplichtende lichamen aan de hemel voor de ordening en de structuur van de tijd dienen, zo moeten ook de menselijke samenleving en alle bij elkaar horende verschijnselen organisch gerangschikt zijn. De gemeenschap moet geen willekeurige mengeling van de enkelingen zijn, geen vermenging van verschijnselen zijn -want dat zou chaos betekenen, geen ordelijke gemeenschap- maar heeft behoefte aan een organisch gerangschikte symmetrische veelheid, wil zij tot een ordening kunnen leiden. Vandaar dat de eenling altijd hetzelfde ENE ziet in zowel het ZIJN, het ERZIJN als in het BEWUST-ZIJN, ook al lijken het voor een blinde drie verschillende dingen te zijn. Een dwalende blinde ziet niets, ziet geen verbanden, of ziet enkel maar chaos, terwijl een eenling alleen HetENE ziet, of enkel maar een perfecte orde.

De Afzonderlijke Plaatsen
Een 1 op de eerste plaats betekent de common:

‘Gemeenschap met mensen’ in de poort: geen fouten. 

Het begin van een vereniging met mensen dient eerst voor de deur plaats te vinden. Iedereen is gelijk voor elkaar, er bestaat nog geen particularisme en onderscheid. Zo maken wij geen fouten. De basis voor elke vereniging moet gelijkheid zijn, en de gemeenschap moet voor alle deelnemers gelijk toegankelijk zijn. Geheime egologische afspraken en uitsluitingen brengen in deze tijdslijn ongeluk.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 33, De Terugtocht)

Een 0 op de tweede plaats betekent de clans, de kasten en de klassen:

‘Gemeenschap met mensen’ in de clan: schaamte. 

Hier bestaat het gevaar van cliquevorming en vriendjespolitiek, gebaseerd op persoonlijke en egoïstische belangen en motieven. Zulke aaneensluitingen, die exclusief zijn en geen plaats voor allen hebben -die een deel van de mensheid moeten verdoemen, om te bereiken, dat de anderen zich aaneen kunnen sluiten- ontstaan altijd uit lage intenties en leiden daarom op langere tijd tot schaamte.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 1, Het Scheppende)

Een 1 op de derde plaats betekent de naties:

Als wij wapens verbergen in het struikgewas,
én daarvoor op een hoge heuvel klimmen,
dan kunnen wij ons drie jaar lang niet meer herpakken.  

Hier is de gemeenschap omgeslagen in wantrouwen. Wij verdenken de anderen, leggen zelf een geheime hinderlaag om hen te betrappen, en we trachten hen al van ver te bespioneren. Wij hebben schijnbaar te maken met een hardnekkige tegenstander, op wie wij  geen vat kunnen krijgen. Hier, op deze tijdslijn, wordt gewezen op hindernissen, die de gemeenschappelijkheid met anderen in de weg staan. Wij hebben in feite zelf bijbedoelingen, en wij trachten ‘de Ander’ te overrompelen als de gelegenheid zich voordoet. Maar net hierdoor worden wij nog meer wantrouwig: wij veronderstellen dezelfde listen bij de tegenstander (wij zien iets bij ‘de Ander’, dat wij zelf zijn, wat dus een psychische projectie is), en wij trachten erachter te komen wat die andere achter de hand houdt, en wat zijn plannen zijn. Op die manier raken wij steeds verder weg van de oorspronkelijke bedoeling van dit tijdsveld, nl. de gemeenschap en de vereniging. Hoe langer deze psychische ingesteldheid blijft duren, hoe verder wij vervreemden van elkaar.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 25 , De Onschuld)

Een 1 op de vierde plaats betekent de innerlijke grenzen:

Nu klimt de eenling op zijn muur, en kan het niet aanpakken.
Toch nog geluk!   

Hier naderen wij de verzoening na de onenigheid. Weliswaar zijn er nog scheidende muren, waarop wij tegenover elkaar staan, maar de moeilijkheden zijn te groot (geworden). Wij geraken in de problemen, en net door de problemen komen wij tot bezinning en reflectie. Wij kunnen niet vechten, en juist daarop berust ons geluk. Er valt niet te vechten. Alle mensen zijn hier broeders. Wij staan voor dezelfde uitdagingen. Wij zijn, als het op overleven aankomt, als één familie, die het samen zullen moeten waar-maken. In het eenlingschap staat het buiten kijf dat er slechts één volk is (de mens), slechts één land (de aarde) is, en slechts één taal (de liefde).

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 37, Het Gezin)

Een 1 op de vijfde plaats betekent de geliefden:

De gemeenschapsleden wenen eerst, en klagen,
maar later lachen wij.
Na een grote strijd lukt het ons, elkaar weer te ontmoeten 

Twee mensen zijn uiterlijk van elkaar gescheiden, maar in hun harten zijn zij één. Door hun plaats in het leven kunnen zij niet samenkomen. Vele hindernissen en obstakels staan hun geluk in de weg, en dat maakt hen verdrietig. Maar zij laten zich door niets scheiden, ze blijven trouw aan elkaar. En hoewel de overwinning van deze hindernissen grote strijd kost, zullen zij uiteindelijk overwinnen; en als zij elkaar dan weer vinden, zal hun verdriet onmiddellijk veranderen in vreugde. Dit doet denken aan het verhaal van Romeo en Julia van William Shakespeare, of aan de woorden van Confucius, die over deze tijdslijn zegt: ‘Het leven voert een ernstig iemand op bonte kronkelpaden. Vaak wordt de forse levenloop geremd, en dan gaat de weg gewoon weer effen verder. Hier mag een welbespraakte geest zich in woorden vrij uiten, dààr dient een ander de zware wetenslast in zwijgzaamheid te dragen, maar waar twee mensenkinderen het eens zijn, in hun hart, daar breken zij zelfs de hardheid van ijzer of van brons. Waar twee diep in hun hart elkaar volmaakt begrijpen, daar zijn woorden zoet en sterk als de geur van orchideeën.’

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 30, Het Zich-Hechtende)

Een 1 op de zesde plaats betekent de volkeren:

‘Gemeenschap met mensen’ op (in) het (tijds-)veld.
Geen fouten. 

Hier ontbreekt de echte liefdevolle hartelijkheid. Wij staan in deze tijdslijn in feite al buiten de gemeenschap met anderen. Toch proberen wij ons nog aan te sluiten. De gemeenschap bevat hier niet iedereen, maar enkel de uiterlijk samenwonenden. Het ‘veld’ is hier de weide buiten de stad. Het uiteindelijke doel van de vereniging van de mensheid is hier nog niet bereikt, maar wij hoeven onszelf hierbij geen verwijten te maken. Wij sluiten ons toch aan bij mensen, en wij proberen ons te verbinden, zonder dat er bijbedoelingen zijn.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 49, De Omwenteling (Het Ruien))

Betekenis: De Tijdsgeest van het moment

Het beeld van het buitenste (rechtse) triplet is ‘De Hemel’; dat van het binnenste (linkse), ‘Het Vuur’, is de vlam, het Licht. De natuur van ‘Het Vuur’ is oplaaien naar ‘De Hemel’. Dat geeft ons een metafoor voor ‘de gemeenschap’. De tweede laag in het tijdsveld is het, die door haar centrale plaats in het binnenste triplet, en haar open aantrekkende natuur, de vijf andere sterke lagen om zich heen verzamelt. Het tijdsveld is het tegendeel van het tijdsveld 7, ‘Het Leger’. Dààr is het gevaar binnen (onderste triplet is daar ‘Het Water’), en buiten gehoorzaamheid (bovenste triplet is daar ‘De Aarde’), dat eigen is aan de geaardheid van een leger, dat voor de cohesie de ene sterke onder de vele zwakken nodig heeft. Hier is er binnen klaarheid (triplet ‘Het Vuur’), buiten kracht (triplet ‘De Hemel’), als kenmerk van een vreedzame vereniging van mensen, die daarvoor de éne zwakke (de opene, de verdraagzame, de empatische, de liefdevolle) onder de vele sterken nodig heeft. Wij kunnen hierbij ook passend Jiddu Krishamurti citeren: ‘Vrij zijn van de structuur van het denken zelf, dat is een licht zijn voor jezelf. In dit licht vindt alle handelen plaats en dan is het nooit tegenstrijdig. Er is geen “hoe”; geen systeem, geen oefening. Er is alleen het zien dat het doen is. Je moet zien, maar niet door de ogen van de ander. Dit licht, deze wet, is noch van jou noch van een ander. Er is alleen maar licht. Dit is liefde.’

Algemeen: VOLGORDE VAN DE TIJDSVELDEN

De verschijnselen kunnen niet voor altijd stagneren. Daarom is het volgende tijdsveld: ‘Gemeenschap met Mensen’. In het tijdsveld ‘Gemeenschap met Mensen’ vinden wij liefde en genegenheid.