Tijdsveld 7 – HET LEGER

Een leger is een massa die, om een leger te worden, organisatie nodig heeft. Zonder strenge discipline valt niets te bereiken. Deze discipline laat zich echter niet vanzelf op een agressieve  manier dwingen, maar er is een sterk iemand nodig die charismatisch is, het hart raakt en geestdrift opwekt (de decimale partner van dit tijdsveld is 16, ‘De Geestdrift’). Om al zijn kracht en macht te kunnen ontplooien, heeft hij het volledige vertrouwen van de vorst en de regering nodig, die aan de sterke eenling, zolang de oorlog duurt, de volle verantwoordelijkheid geeft. Een oorlog is echter altijd iets gevaarlijks, dat schade en verwoesting met zich mee brengt. Daarom mogen wij ons niet lichtzinnig in een oorlog storten. Het is zoals bij de giftige geneeskunde: wij mogen er slechts in het uiterste geval toe overgaan. Door een leider met ervaring moet aan het volk duidelijk gemaakt worden dat de motieven gerechtvaardigd zijn, en dat er met de oorlog een vastomlijnd en redelijk haalbaar doel wordt nagestreefd. Alleen als de oorlog een doorslaggevend doel heeft, waarvoor de meute bewust bereid is om voor te vechten, ontstaat een eenheid, een kracht van motivatie door de eensgezinde overtuiging, die naar de overwinning voert. Maar de leider dient er tevens voor te zorgen dat in de opwinding van het gevecht en in de roes van de overwinning, geen onrechtvaardige zaken gebeuren, of mensenrechten worden geschonden, die de algemene goedkeuring niet zouden krijgen. Rechtvaardigheid en standvastigheid zijn de eerste voorwaarden voor een goede afloop. Wij doen hier iets gevaarlijks, maar wij vinden toewijding. Wie in groepen mensen discipline en orde kan brengen, kan de wereldheerschappij veroveren. Wie op deze manier de wereld leidt, zal door het volk geruggensteund zijn. Wat voor de wereld geldt, telt ook voor een eenling. Ook hij zal bij de innerlijke strijd en de uiterlijke levensstrijd organisatie, structuur, orde, discipline en steun nodig hebben, en door zijn eenlingschap die ook vinden.

Wijdheid is een eigenschap van het triplet ‘De Aarde’, die ook staat voor de massa, de meute, het volk. Het triplet ‘Het Water’ betekent stromen en bruikbaarheid, want naar het water vloeit alles toe. Het grondwater is onzichtbaar in de schoot van de aarde aanwezig. Zo is ook de krijgsmacht van een volk onzichtbaar in zijn massa’s aanwezig. Als er gevaar dreigt, wordt elke boer soldaat en na het einde van de oorlog keert hij terug achter zijn ploeg. Door vriendelijke welwillendheid winnen wij de liefde van het volk die wij leiden; onder een mild regime wordt het volk sterk en krachtig. Alleen een economisch sterk volk kan als krijgsmacht iets te betekenen hebben. Wij dienen dus, als wij die macht willen versterken, de algemene welvaart en het welzijn van de mensen te bevorderen, en erg menselijk regeren. Alleen waar deze onzichtbare band tussen de regering en het volk aanwezig is, zodat het volk zich geborgen voelt, als het grondwater in de aarde, is het mogelijk een oorlog tot een zegevierend einde te brengen. Ook het leven zelf kan als een systeem van oorlog worden gezien, waarin wijzelf, als eenling, de leider van ons levensrijk zijn, en onze naasten, de Ander’, dan het volk, die voor ons opkomen en strijden als de tijd het nodig heeft.

Een leger moet in goede orde uitrukken.
Is de orde niet goed, dan dreigt er chaos, ongeluk en rampspoed. 

Bij het begin van een oorlogsonderneming moet er orde heersen. Er moet een rechtvaardige en afdoende reden voor bestaan, en de gehoorzaamheid en het samenwerken van de troepen dienen goed georganiseerd te zijn, anders is een mislukking onvermijdelijk. Ook het eenlingschap houdt in dat er in HetENE orde  en discipline is door de dynamiek van het symmetrisme.

(Resonantie bij synaps 19 – Veld 3, De Toenadering)

Midden in het leger!
Geluk! Geen fout!
De koning geeft ons een drievoudige onderscheiding.
Wij ontvangen hier de genade van de hemel.
Het welzijn van alle landstreken nemen wij ter harte.

Een veldheer moet midden in het leger staan. Wij dienen er contact mee te hebben, en goed en kwaad delen met de massa’s die wij aansturen of waartoe wij behoren. Alleen op die manier zijn wij opgewassen tegen de zware taak, die op ons rust. Wij hebben hierbij de erkenning en waardering van de heersers en de regeringen nodig. De onderscheidingen die wij krijgen, komen ons eerlijk toe. Het is geen persoonlijke verdienste of een persoonlijk voordeel dat wij krijgen, maar een gevolg voor het feit, dat via ons het hele leger wordt geëerd, waartoe wij zelf ook behoren en er midden in staan. In ons leven zien wij hier discipline, orde, ritme en regelmaat.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 2, Het Ontvangende)

Het leger voert wellicht lijken mee in de wagen. Ongeluk!
Dat is helemaal zonder enige verdienste.

Een mogelijke verklaring is hier dat er een nederlaag plaatsvindt als gevolg van het feit dat iemand anders dan de bevoegde aanvoerder zich met het commando is gaan bemoeien. Wij leggen hier de verantwoordelijkheid bij een ander, en nemen deze niet zelf op ons. Een andere verklaring komt op hetzelfde neer, alleen wordt de uitdrukking ‘lijken in de wagen meedragen’ hier anders uitgelegd. Bij begrafenissen en dodenoffers was het in het Oude China de gewoonte dat de overleden persoon, voor wie geofferd werd, vertegenwoordigd werd door een jongetje uit de familie, die op de plaats van het lijk zat en in plaats van de gestorvene werd geëerd. Vandaar de verklaring dat er op de wagen een lijk-knaap zit, dat wil zeggen dat de autoriteit niet van de bevoegde ambtenaar uitgaat, maar dat anderen zich die aanmatigen. Misschien kunnen wij hier de hele moeilijkheid omzeilen door aan te nemen dat er een schrijffout is ingesloten tussen ‘allen’ en ‘lijk’. Dan zou de betekenis eerder zijn: als in het leger de massa’s (de mode, de pers, de sociale media, de mainstream) de baas spelen (op de wagen rijdt, ons leven bepaalt), dan is dat pure chaos, en dus rampzalig.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 46 , Het Omhoogdringen)

Het leger trekt zich terug.
Niet fout. 

Letterlijk betekent de tekst: ‘het leger wendt zich naar links’. Rechts betekent in de oorlog zoveel als voorwaarts, links zoveel als achterwaarts. De positie is hier uiterst zwak, want zij is het al van nature (een 0 is yin of zwak), en staat daarbij op een zwakke (vierde = yin of zwak) plaats. De positie is op deze laag echter wel passend (een 0 op een vierde plaats is passend, namelijk een yin-lading op een yin-plaats), vandaar dat een terugtocht niet kwalijk genomen kan worden.  Als wij een overmachtige vijand tegenover ons hebben, zodat wij niet de geringste kans hebben om een overwinning in de strijd te behalen, dan is een geordende terugtocht het enige juiste, omdat daardoor het leger geen definitieve nederlaag of een vernietiging ondergaat. Het is zeker geen teken van kracht of moed om onder hopeloze omstandigheden de strijd te willen aangaan. Een eenling kan zich hier noodzakelijkerwijze enkel maar terughouden en omkeren, omdat ‘ergens anders’ in het multiversum iets of iemand anders zich naar voren dringt en oprukt, en wel doordat de dynamiek van de symmetrie in HetENE dit ons voor-legt, omdat het ons toe-valt. De symmetrie hier zien, betekent dat wij al vrij zijn van elke vorm van egologie.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 40, De Bevrijding)

In het veld is wild. Het is Voordelig om het te vangen.
Zonder fouten.
De oudste voert het leger aan.
De jongere rijdt met de lijken,
dan brengt Stabiliteit net ongeluk.
Wij vertrouwen de zaak dus niet toe aan de juiste persoon.

Het wild is in het (tijds-)veld, dat wil zeggen, het heeft er zijn normale verblijfplaats, het bos, verlaten en is verwoestend de velden binnengedrongen. Dat is een metafoor voor het binnenvallen van de vijand. In die situatie zijn energieke maatregelen tot bestraffing volledig gerechtvaardigd. Alleen moet de strijd volgens de regels van de kunst worden gevoerd. Het mag hier geen woeste chaos worden, waarbij iedereen zich op zijn eigen houtje verweert, want dat zou ondanks te grootste doorzetting en dapperheid toch tot een ramp leiden. Het leger heeft een ervaren aanvoerder nodig. Er moet nu eenmaal oorlog worden gevoerd. De meute mag niet zomaar doodslaan wat ze in handen krijgen, anders lijdt men een nederlaag, en ondanks alle standvastigheid dreigt er dan toch nog ongeluk. Tact en diplomatie kunnen voorkomen dat er onrechtvaardige zaken gerechtvaardigd worden.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 29, Het Onpeilbare)

De grote vorst vaardigt bevelen uit,
sticht staten, en geeft families leenbezit.
Dwalende mensen mogen wij niet inzetten.

De zesde plaats duidt op het zegevieren en het einde van de oorlog. Wij hebben de oorlog gewonnen. De overwinning is behaald. De koning van het levensrijk verdeelt onder zijn medestanders leengoederen en bezit. Hierbij is het belangrijk dat wij mensen, die het niet waard zijn, geen machtspositie geven. Als zij hebben meegeholpen, kunnen wij hen belonen en schadeloos stellen met geld. Maar wij mogen hen geen extra terreinwinst geven, en hen ook geen soevereine rechten geven, opdat zij geen misbruik kunnen maken van hun macht. Hier kunnen wij zaken uitlenen en dingen delegeren, maar de effectieve beslissende macht moet de eenling hier voor zichzelf houden. Wij mogen ons niet afhankelijk laten maken van die anderen. Wij moeten een licht zijn voor onszelf zijn, en het niet ergens anders zoeken. Wij zijn het Zelf al… ‘Dit’ -hier- is het Al, is al HetENE Zelf.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 4, De Jeugddwaasheid)