De strijd: wij zijn oprecht en wij worden geremd.
Voorzichtig stilhouden halverwege brengt geluk.
Tot het einde (door-)gaan brengt ongeluk.
Wij moeten ervoor zorgen dat de strijd zich niet vastzet.
Voordelig is het, de grote man te zien.
Niet Voordelig is het grote water oversteken,
want daardoor zouden wij in een afgrond terechtkomen.
‘De Hemel’ en ‘Het Water’ verwijderen zich van elkaar:
het tijdsbeeld van ‘De Strijd’.
Zo overweegt de eenling bij alles wat hij doet,
zorgvuldig het begin.
Het beeld van het buitenste triplet is ‘De Hemel’, en heeft een bewegingsrichting naar buiten; het binnenste triplet ‘Het Water’ is overeenkomstig zijn natuur naar binnen gericht. De bewegingsrichtingen van de beide helften gaan uit elkaar, en dat wekt de gedachte op aan verwijdering, aan strijd. De eigenschap van ‘Het Scheppende’ is de kracht, die van ‘Het Onpeilbare’ het gevaar, de list. Waar list geweld tegenover zich heeft, daar ontstaat strijd. Ook binnen de grenzen van de menselijke persoonlijkheid zelf kan deze combinatie zich voordoen: gevaarlijke achterbaksheid naar binnen, onwrikbare vastberadenheid naar buiten. Een dergelijk karakter zal zeker strijdlustig zijn, en het conflict opzoeken.
Spijs en drank zijn heel zeker een aanleiding tot strijd en conflict. Daarom is het volgende tijdsveld: ‘De Strijd’. Strijd betekent ‘niet liefhebben’