‘Het Ontvangende’ zorgt voor Groots Succes.
Veelbelovend door de Stabiliteit van een merrie.
Heeft een eenling iets te ondernemen, en willen wij vooruit,
dan verdwalen wij; volgen wij, dan vinden wij leiding.
Voordelig is het, in het Westen en Zuiden vrienden te vinden,
In het Oosten en Noorden vrienden te missen.
Rustige Stabiliteit brengt geluk!
De toestand van ‘De Aarde’ is de ontvangende overgave.
Zo draagt de eenling de buitenwereld,
in de wijde open ruimte van zijn innerlijke wezen.
Het tijdsveld bestaat uit zesmaal het cijfer 0. De 0 symboliseert de weke, open, donkere, lichamelijke, fysieke en receptieve oerkracht. De eigenschap van dit tijdsveld is de overgave, en zijn beeld is de aarde. Het is het volmaakte tegen-deel van ‘Het Scheppende’; tegen-deel en geen tegenstelling; een aanvulling, geen bestrijding. Het tijdsveld is in zijn ruimheid groot van natuur. Omdat het vrij is van elke verdeeldheid, is zijn instrinsieke eigenschap de uitgebreidheid en de ruimte. Het is het zinnelijke tegenover het geestelijke, ‘De Aarde’ tegenover ‘De Hemel’, de ruimte tegenover de tijd, het moederlijke tegenover het vaderlijke. Het beeld van deze Tijdsgeest is ‘De Aarde’ en de kracht ervan wordt voorgesteld als de Stabiliteit van een vaste massa, en wordt daarom opgevat als rust en dragend. Als basis van deze draagkracht komt de ruimte naar voor. Op die manier komt dan ook de macht van de grootsheid van de ruimte en de macht van het zachte ontvangende in dit tijdsveld tot uitdrukking. Bij de verklaring van de Tijdsgeest dienen wij altijd het feit van een dubbele duiding in het oog te houden: de macrokosmische én de uitwerking ervan in de mensenwereld. Toegepast op wat er in de wereld gebeurt, wordt in deze tijd de zachte (open-)barende werkzaamheid van de natuur uitgedrukt. Toch kan hier niet gesproken worden van een werkelijk dualisme, want er bestaat een soort hiërarchische verhouding tussen de beide grootheden, tussen het SAT (het Super-AToom of ZIJN) en de SEN (de Super-ENergie of het BEWUST-ZIJN). Op zichzelf is tijdsveld 2, ‘Het Ontvangende’ natuurlijk even belangrijk als tijdsveld 1, ‘Het Scheppende’. Maar door de eigenschap van de overgave is de plaats van deze oerkracht tegenover ‘Het Scheppende’ duidelijk gekarakteriseerd. ‘Het Ontvangende’ staat onder de leiding en aansporing van ‘Het Scheppende’, dan werkt het positief uit. Alleen wanneer ‘Het Ontvangende’ met deze positie niet tevreden is, en zich als gelijke aan de zijde van ‘Het Scheppende’ wil scharen, werkt het negatief uit. Het gevolg is dan namelijk oppositie en strijd, wat voor beide partijen pijnlijk en nadelig is. Alleen in hun Uneologisch(19) samenzijn; ‘Het Scheppende’ (SEN, Super-ENergie of het BEWUST-ZIJN) en ‘Het Ontvangende’ (SAT, Super-AToom of het ZIJN), komen alle verschijnselen voort (het ERZIJN) in een SEN-SAT-ioneel leven als HetENE (= het ZIJN, het BEWUST-ZIJN en het ERZIJN samen), als ‘de Getuige’, als ‘De Ziener’, als de ‘waar-nemer’ of ‘de eenling’.
Als de verschijnselen verschijnen, dan komt dit door de opwarming van de donkere (onzichtbare) materie van het Super-AToom (het SAT of het ZIJN, HetENE lichaam), dat voordien het absolute nulpunt had bereikt (-373°C) en het Grote ENE ‘Bose-Einstein-Condensaat’(BEC) wordt genoemd. Eenmaal opwarmend is er symmetriebreking en volgen de verschijnselen; de atomen, neutronen, elektronen, protonen, fermionen, bosonen en vervolgens de vaste stoffen. Groots voorwaar is de grootheid van HetENE Ontvangende en Open-barende Lichaam, het ZIJN, waaraan alle verschijnselen (het ERZIJN) hun begin te danken hebben, en dat het hele bestaan doordringt. ‘Het Scheppende’ representeert de tijd, die noodzakelijkerwijze een opeenvolging met zich meebrengt, ‘Het Ontvangende’ is de ruimte, die een naast-elkaar (verschijnen) laat zien. Maar, zo vertelt ons ook de wijze mysticus Ramana Maharshi: ‘Wat eeuwig is, is nooit geboren en kan nooit sterven. We verwarren verschijnselen met de Werkelijkheid. Verschijnselen zijn per definitie eindig. Wat is het dan, dat steeds opnieuw verschijnt? Op deze zoektocht is het niet nodig, allerlei oefeningen te doen. Jouw taak is het om enkel maar (ERZIJN) te Zijn, en niet om dit of dat te zijn.’