Tijdsveld 39 – DE HINDERNIS

Het Zuidwesten is de streek van de terugtocht, het Noordoosten die van de opmars. Wij zien ons in deze situatie geplaatst tegenover hindernissen, die niet eensklaps overwonnen kunnen worden. In zo’n geval is het wijs om, met onze aandacht volledig gericht op het gevaar, stil te blijven staan, en ons terug te trekken. Deze terugtocht is dan slechts een voorbereiding voor het overwinnen van al de hindernissen. Wij moeten tegelijk aansluiting zoeken bij gelijkgezinde vrienden, en de leiding aanvaarden van iemand die tegen de huidige situatie is opgewassen. Daarvoor moeten wij vurig, enthousiast willen volharden, vooral net dan, als het erop lijkt dat wij het doel niet zullen halen. Volgehouden koers van het innerlijke, van de motivatie en de intenties, brengt ten slotte geluk met zich mee! De hindernis, die slechts een bepaalde periode duurt, is van groot belang voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Dat is in het leven en bij de vorming van het karakter de meerwaarde van narigheid, zorgen, ellende, pijn, lijden en allerhande problemen.

Moeilijkheden en hindernissen werpen de mens op zichzelf terug. Terwijl een dwalende mens de schuld bij andere mensen zoekt, op hen projecteert en HetENE aanklaagt, zoeken wij als eenling de fout bij onszelf, en door deze vorm van zelfreflectie en zelfkritiek wordt de uiterlijke weerbarstige hindernis voor ons net de aanleiding tot innerlijke verrijking, wijsheid en ontwikkeling. De wending naar binnen wordt net bereikt door de hindernissen die wij ontmoeten, en de door deze wending (omkering, bekering) veroorzaakte verbetering is de erg grote waarde, die de werking van een tijd van hindernissen ons laat zien. Door ons dus naar binnen te richten en zo onze eigen aard op een hoger (kosmisch) niveau te brengen, richting het eenlingschap, vinden wij een uitweg uit al de hindernissen.

Gaan voert in hindernis, komen vindt lof.
Het is juist om af te wachten. 

Als wij tegenover een hindernis komen te staan, dienen wij te overleggen, hoe wij die het best van al kunnen overwinnen. Als ons een gevaar bedreigt, moeten wij niet blindelings vooruit willen stormen, want dat zou slechts meer verwikkelingen met zich mee brengen. Daarentegen is het goed en wijs, als wij in zo’n situatie beginnen met ons terug te trekken; niet om de strijd op te geven, maar om het juiste moment van handelen af te wachten.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 63, Na de voleinding)

De dienaar van de koning is in hindernis op hindernis.
Maar het is niet zijn eigen schuld. 

Terwijl wij in normale omstandigheden de hindernis beter kunnen omzeilen en proberen om haar langs de lijn van de minste weerstand te overwinnen, is er één situatie, waarin wij de strijd effectief moeten aangaan, ook al stapelen de moeilijkheden zich nog zo op: als namelijk de ethische plicht ons ertoe oproept. Met andere woorden: als wij niet op eigen gezag kunnen handelen, maar de roeping ervaren om het gevaar op te zoeken, in dienst van een hogere zaak, of ter opheffing van het lijden van ‘de Ander’. Dan kunnen wij dit zonder verontrusting doen, omdat het dan niet aan eigen schuld te wijten is, dat wij ons in deze moeilijke situatie hebben begeven.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 48, De Waterput)

Gaan leidt in hindernissen,
Dus komen wij terug. 

Terwijl de vorige plaats een soort ambtenaar laat zien, die in functie van de innerlijke plicht de weg van het gevaar moet gaan, toont deze positie ons een huisvader of een eenling, die in het belang van anderen moet handelen. Zich roekeloos in gevaar brengen heeft in deze situatie geen enkel nut, omdat zij, die aan onze hoede zijn toevertrouwd, alleen niet meer verder kunnen. Zij hebben ons nodig. Als wij ons daarentegen terugtrekken uit het openbare leven, en terugkeren naar onze vrienden en familie, begroeten zij ons met grote vreugde.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 8 , De Aaneengeslotenheid)

Gaan leidt in hindernissen.
Komen leidt tot vereniging.
Op de passende plaats vinden wij steun. 

Ook hier zien wij een situatie waartegen wij alleen niet zijn opgewassen. In zo’n situatie is de rechte weg niet de kortste. Als wij op eigen kracht vooruit willen komen, zonder de noodzakelijke voorbereidingen te treffen, zouden wij de hulp, die wij nodig hebben, niet vinden. Te laat zouden wij inzien dat de berekeningen niet uitkomen, omdat de factoren, waarop wij dachten te kunnen vertrouwen, ontoereikend blijken te zijn. Daarom is het in deze situatie juister om ons voorlopig te bedwingen, en eerst betrouwbare medestanders om ons heen te verzamelen, waarop wij kunnen steunen, en om dan samen met hen de hindernissen te overwinnen.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 31, Inwerken (Het Hofmaken))

Te midden van de grootste hindernissen komen vrienden. 

Hier zien wij iemand die geroepen is om een einde te maken aan de frustraties. Die mag de hindernissen niet uit de weg willen gaan, ook al hopen zij zich nog zo gevaarlijk op. Omdat die eenling echt een hogere roeping heeft, is de macht van zijn geest sterk genoeg om de mensen tot zich aan te trekken, zodat deze komen helpen. De eenling die hier wordt getoond is in staat de situatie werkelijk zo te organiseren dat, door het rationeel adequaat samenwerken van alle betrokkenen, de hindernissen werkelijk worden overwonnen.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 15, De Bescheidenheid)

Gaan leidt in hindernissen, komen leidt tot groot geluk.
Want onze wil is op het innerlijk Licht gericht
Veelbelovend is het, ‘de grote man’ te zien.
Want zo volgen wij de juiste weg.

Hier zien wij iemand die de wereld en haar verschijnselen al achter zich heeft, en die heeft door-zien. Op het moment dat voor de verschijnende wereld de tijd van hindernissen is aangebroken, zou het voor zo iemand het eenvoudigst kunnen lijken om die wereld zonder meer vaarwel te zeggen, en ervan weg te gaan, naar een hogere bewustzijnswereld. Maar die manier van doen staat voor zo iemand niet open. Bevrijding is niet iets individueels, en daardoor kan de eenling de wereld hier niet aan haar lot van rampspoed overlaten. Het is de innerlijke plicht die roept om toch nog terug te keren naar het wereldse gewoel. Net de ervaring van een innerlijke bevrijding stellen de eenling in staat, iets groots en wijs tot stand te brengen, dat geluk met zich meebrengt. En het is voor een dergelijke eenling Veelbelovend om HetENE te zien, want alleen dan zal het lukken om het reddingswerk volledig te volbrengen.

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 53, De Ontwikkeling (Geleidelijke Vooruitgang))