Tijdsveld 28 – HET OVERWICHT VAN HET GROTE

0 1 1  1 1 0

Binnen (links): De Wind

Buiten (rechts): Het Meer

Decimaal stelsel (partner): 30

Het Advies

‘Het Overwicht van het Grote’. De nokbalk buigt door.
Het is Veelbelovend om een plaats te hebben,
waar wij naartoe kunnen gaan.
Succes.

duiding

‘Het Overwicht van het Grote’ is excessief. De belasting is te groot voor de dragende krachten. De situatie groeit boven ons hoofd uit. De nokbalk, waarop het hele dak van het huis steunt, buigt door, omdat de dragende uiteinden ervan veel te zwak zijn. De Tijdsgeest en de situatie zijn nu zo, dat er buitengewone maatregelen genomen moeten worden om de eveneens buitengewone situatie aan te kunnen. Vandaar dat wij onze focus moeten leggen op hoe een actieve aanpak zo spoedig mogelijk kan plaatsvinden, want alleen dat zal nu Succes met zich meebrengen. Want hoewel het sterke te zwaar drukt, of de stress hier te groot is, blijft het wel in het midden plaatsvinden, dat wil zeggen in het innerlijk zwaartepunt, zodat er niet echt een gevaar is voor een totale revolutie of vernietiging. Met gewelddadige maatregelen bereiken wij hier absoluut niets. Wij moeten de knoop met verstand ontwarren, door rustig en mild tot in de kern van de situatie door te dringen (zoals dat aan ons, door de eigenschap van het triplet ‘De Wind’ of ‘Het Hout’, wordt getoond), dan zal een overgang naar een andere toestand lukken. De decimale partner, die zoals gezegd het tijdsveld 30, ‘Het Zich-Hechtende’ (met tweemaal het triplet ‘Het Vuur’, wat zien, oog en verstand betekent) weergeeft, toont ons het belang van het ‘in-zien’, van de werkzaamheid van de onderscheidende rede en van het gebruik maken van het gezond verstand. Daar is wel een groot meesterschap van de eenling voor nodig; vandaar dat de tijd van ‘Het Overwicht van het Grote’ dan ook een erg belangrijke tijd is.

Wijsheid van handelen: De Natuurwet

‘Het Meer’ gaat over de bomen (triplet ‘Het Hout’) heen.
Het beeld van ‘Het Overwicht van het Grote’.
Zo is de eenling, als hij alleen staat, onbezorgd,
en als hij afstand moet doen van de wereld, onbevreesd.

duiding

Het eenlingschap houdt in dat wie ertoe behoort een absoluut vertrouwen heeft in de werking van HetENE. Waarover zouden wij ons dan nog zorgen maken? Waarvoor dan nog bevreesd zijn? Dat doet ons hier denken aan de woorden van Jezus van Nazareth, die het als volgt verwoordt: ‘Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over hoe je je zal kleden. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kledij? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren. Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken en weven niet. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf’. De buitengewone stressvolle tijden van ‘Het Overwicht van het Grote’ zijn hier als een overstroming, waarbij ‘Het Meer’ over ‘Het Hout’ (de bomen) heengaat. Wij bevinden ons in een existentiële crisis. Maar dergelijke situaties gaan voorbij. In de afzonderlijke tripletten van het tijdsveld zien wij de afgestemde houding op de Tijdsgeest: de metafoor voor het triplet ‘Het Hout’ is onder andere de indringende wind, de wortels, en een boom, die vast in de grond staat, ook als hij eenzaam is; en de metaforische eigenschap van ‘Het Meer’ is de vreugde, de vrolijkheid en de blijmoedigheid, kortom de lachende mond, die onbevreesd blijft, ook al moet zij afstand doen van de wereld, of al gebeurt er van alles en noch wat, als het ERZIJN in-de-wereld. De filosoof Martin Heidegger ziet het zo: ‘Waarom de angst in angst zit blijkt hetzelfde te zijn als waarvoor de angst is: het in-de-wereld-zijn… De angst haalt het ERZIJN terug uit zijn vervallend opgaan in de ‘wereld’. De alledaagse vertrouwdheid stort ineen. Het ERZIJN verenkeld, maar wel als in-de-wereld-zijn’. Ook al is angst ervaren, door stress, een natuurlijk verschijnsel in deze situatie, en meer dan normaal, het zal voor de eenling alleen door een absoluut woordeloos vertrouwen in HetENE overwonnen kunnen worden.

De Afzonderlijke Plaatsen
Een 0 op de eerste plaats betekent uiterst voorzichtig zijn:

Wit struisriet eronder leggen. Dat is niet fout.  

Als wij in buitengewone stressvolle tijden iets willen bereiken, zullen wij erg voorzichtig te werk moeten gaan, zoals wij voorzichtig riet of stro leggen onder iets zwaars of breekbaars, dat op de vloer moet gezet worden, en niet mag breken. Deze voorzorgsmaatregel mag misschien overdreven lijken, maar het is helemaal niet fout om het zo te doen.  Alle buitengewone ondernemingen kunnen alleen maar slagen, als wij bij het begin en bij de basis al de uiterste voorzichtigheid nastreven.

(Resonantie bij synaps 1 – Veld 43, De Doorbraak)

Een 1 op de tweede plaats betekent tot nieuw leven gewekt:

Een dorre populier bot uit aan de wortel.
Een ouder iemand krijgt een jongere partner.
Alles is Veelbelovend.
Het buitengewone is hun wederzijds samenkomen.  

‘Het Hout’ staat aan ‘Het Meer’, vandaar het beeld van een populier, die aan de wortel nieuwe loten krijgt. Dat is een buitengewone reactivering en revitalisering van het groeiproces. Op eenzelfde manier is het buitengewoon als een ouder iemand een samenwerking (cfr. liefdesrelatie) aangaat met een veel jongere partner. Ondanks het ongebruikelijke van de situatie gaat alles toch goed. Er is hier ook, vanuit een meer politiek standpunt bekeken, de verwijzing naar buitengewone tijden in de samenleving, waarbij het belangrijk is zich bij hen aan te sluiten, die weinig in tel zijn, een beginnende beweging of iets dergelijks, want hier is de kans op een vernieuwing groot. Verbindingen zijn in deze situatie aan het ontstaan.

(Resonantie bij synaps 2 – Veld 31, De Inwerking (Het Hofmaken)

Een 1 op de derde plaats betekent de rug breken:

De nokbalk buigt door. Ongeluk.
Hier vinden wij geen steun.

De persoon die wij hier zien, is tijdens een situatie van ‘Het Overwicht van het Grote’ geneigd tot heftig doordrijven. Zo iemand neemt van anderen geen raad aan, zodat die van hun kant ook geen steun meer willen geven. Vandaar dat de last groeit, en het wordt: buigen of barsten. In gevaarlijke tijden zal een eigenzinnig doordrukken de ineenstorting alleen maar vlugger tot stand brengen. De draaglast wordt in deze situatie veel te groot.

(Resonantie bij synaps 3 – Veld 47 , De Benauwenis (De Uitputting))

Een 1 op de vierde plaats betekent dat de nokbalk wordt gestut:

De nokbalk wordt gestut. Geluk.
Zijn er bijbedoelingen, dan is dat gênant.  

Door een goede verstandhouding met de binnenste lagen lukt het een verantwoordelijk iemand, de situatie hier de baas te worden. Als zo iemand gebruik zou willen maken van zijn contacten en netwerk, om voor zichzelf meer macht en invloed te verkrijgen, in plaats van zich te focussen op het algemeen belang en de redding van het geheel, dan zou dat tot een erg gênante situatie kunnen leiden. De eenling krijgt hier vanzelf de nodige steun. Forceer niets.

(Resonantie bij synaps 4 – Veld 48, De Waterput)

Een 1 op de vijfde plaats betekent verloren moeite:

Een dorre populier krijgt bloesems.
Hoe zou dat lang kunnen duren?
Een ouder iemand krijgt een partner.
Niet fout. Niet eervol.  

Een dorre populier, die bloesems krijgt, put op die manier zijn krachten uit en komt op deze wijze alleen maar dichter bij zijn einde. Een ouder iemand neemt opnieuw een partner, maar er vindt hier geen echte vernieuwing plaats. Alles blijft steriel en bij het oude. Een dergelijke situatie komt altijd wat bevreemdend over, ook al gebeurt alles volgens de gangbare regels en afspraken. Er is hier ook, vanuit een meer politiek standpunt bekeken, het beeld dat ons toont dat in onzekere tijden wij het contact met de onderste lagen van de samenleving opgeven, en ons meer richten op de hogere kringen, maar hierdoor ontstaat een situatie die onmogelijk blijvend kan zijn. De basis valt weg. Het draagvlak in deze situatie verdwijnt.

(Resonantie bij synaps 5 – Veld 32, De Duurzaamheid)

Een 0 op de zesde plaats betekent Amor Fati:

Wij moeten door het water.
Het reikt tot boven het hoofd.
Ongeluk. En toch is dat niet fout.  

Heb datgene lief, wat noodzakelijk is’ -amor fati, dat zou mijn moraal zijn,’(42) zo zegt Friedrich Nietzsche. Dat is waar het in deze situatie om gaat. Hier zien wij een uitzonderlijke situatie, die zijn toppunt heeft bereikt. We zijn moedig en willen onze taak volbrengen, koste wat het kost. Daarom komen wij in gevaarlijk water terecht, en worden erdoor (ook emotioneel) overspoeld. Dat is het ongeluk dat ons treft. Maar de eenling, die zijn leven opgeeft in functie van het afgestemde en het rechtvaardige, treft hier geen schuld. Er zijn dingen van hoger waarde dan het eigen (beperkte) leven…

(Resonantie bij synaps 6 – Veld 44, Het Tegemoetkomen)

Betekenis: De Tijdsgeest van het moment

Het tijdsveld bestaat uit vier sterke lagen in het midden en twee zwakke lagen aan de buitenkant. Als de sterken buiten en de zwakken binnen zijn, is het goed; dan is er geen sprake van overwicht en is er niets bijzonders aan de hand. Hier is het omgekeerde het geval. Het tijdsveld stelt een balk voor, die van binnen dik en zwaar, maar aan de buiteneinden te zwak is. Dat is geen toestand die kan blijven duren. Die moet veranderd of opgegeven worden, anders dreigt er ongeluk. Dit is dus een tijd van overgang.

Algemeen: VOLGORDE VAN DE TIJDSVELDEN

Zonder voeding kunnen wij ons niet bewegen. Vandaar dat het volgende tijdsveld ‘Het Overwicht van het Grote’ is. Voedsel opnemen zonder het te gebruiken, roept tenslotte beweging op. Beweging zonder einde gaat ten slotte te ver en leidt tot over(ge)wicht, tot druk en ‘stress’. ‘Het overwicht van het Grote’ is de top. Het tijdsveld toont ons namelijk een grote inwendige kracht. De uiteinden zijn uiteindelijk niet opgewassen tegen de te sterke inwendige structuur, vandaar ‘Het Overwicht van het Grote’. Het tijdsveld toont ons hout, dat is ingedrongen tot onder het grondwater. Dat kan ook gezien worden als een doodskist, en metaforisch als een periode van rouwen en loslaten. Het tijdsveld is in zoverre het tegenstuk van het vorige, omdat daar voor de voeding van de levenden en hier voor de verzorging van de doden wordt gezorgd.